Lezen

Ik mag graag lezen.

Al vanaf het moment dat ik kon lezen maken boeken deel uit van mijn leven. Dat klinkt elitair, maar in het dorpje waar ik geboren ben was lezen eigenlijk het enige dat je kon doen naast school en buitenspelen. Het leven in een dorp kan echter vrij eentonig zijn en als je ouders dan noch de financiën noch de tijd hebben om fysiek met jou de wereld rond te reizen, rest je weinig anders dan dat via boeken te doen.
Ons dorp had een bibliotheek. Nou ja, een bibliobus, eigenlijk. Elke woensdag parkeerde een voertuig dat veel weg had van een omgebouwde schoolbus tussen 14:00 en 16:00 uur bij de kerk. De afdeling ‘jeugd’ bevatte slechts één schamele plank, ingeklemd tussen rijen streekromans, thrillers en andere boeken voor volwassenen die, volgens de chauffeur/bibliothecaris, voor mij minder geschikt waren. Ik moest het er mee doen, maar omdat ik niet beter wist heb ik nooit geklaagd over het magere aanbod. Ik weet het niet meer precies, maar volgens mij mocht ik per keer niet meer dan drie boeken meenemen, die ik meestal binnen een paar dagen al had verslonden. Het kwam regelmatig voor dat ik op zondag al alle boeken had gelezen. Als ik ooit geleerd heb te wachten is het toen geweest.

Ook nu nog is boeken kopen is één van mijn ‘guilty pleasures’ en het komt zelden voor dat ik uit huis ga zónder een boek of krant in mijn tas. Lezen is bijna een verslaving geworden. Niets kwelt mij meer dan ergens moeten zitten wachten zonder iets te lezen te hebben. Mijn ogen gaan dan als vanzelf op zoek naar letters, woorden, zinnen. Straatnamen, opschriften op vrachtauto’s, buitenreclame: als het letters bevat vreet ik het.
Mijn leeshonger heeft dus soms iets dwangmatigs, maar je zou het een gezonde verslaving kunnen noemen. Lezen is voor mij niet alleen ontspannend en een mogelijkheid te ontsnappen aan de dagelijks realiteit. Lezen betaalt zich ook uit in het besef dat ik na elk boek een heel klein beetje geestelijk rijker ben geworden, meer weet en meer inzichten heb verworven.

Inmiddels ben ik docent en is mijn beroepsdeformatie al wel zo erg geworden dat ik bij een goed boek al snel denk dat ‘studenten dit toch ook eens zouden moeten lezen’. Boeken over sociale ongelijkheid, het klimaat, nieuwe economie, racisme en discriminatie: het is soms zware kost maar een goed boek maakt dit soort onderwerpen toegankelijk en inzichtelijk. Ze inspireren, verduidelijken, zetten je aan het denken bieden andere inzichten. Perfect lesmateriaal dus.

Maar ja, studenten lezen niet (meer).

Volgens zij die er voor hebben doorgeleerd neemt de ‘ontlezing’ onder jongeren zorgwekkende vormen aan. Zorgwekkend, omdat uit onderzoeken zou blijken dat minder lezen er toe leidt dat woordenschat en schriftelijke behendigheid afnemen. En dat heeft weer gevolgen voor de kansen op o.a. de arbeidsmarkt.  
Dat lezen ook bij studenten niet altijd van een leien dakje gaat heb ik ook zelf wel ervaren. Soms laat ik studenten, hardop, stukjes tekst voorlezen. Niet om ze te testen, maar omdat, wanneer  je het hardop doet, sommige teksten duidelijker worden. En dan blijkt nog al eens dat lezen voor sommigen een hele opgave is. De zinnen komen er hakkelend uit, de functie van sommige leestekens lijkt onbekend net als de betekenis van, op het oog zeer gebruikelijke, woorden. En dan gaat het echt niet altijd om ingewikkelde teksten.
Het pijnlijke is dat de studenten die slecht lezen dat vaak van zichzelf ook wel weten. En als je ergens niet zo goed in bent, ligt het voor de hand dat je daar niet voortdurend mee geconfronteerd wil worden. Dus vermijd je lezen en schrijven zoveel mogelijk.

Social media, Netflix en andere moderne verleidingen krijgen vaak de schuld van de ontlezing en daar zit misschien ook wel wat in. Lezen vraagt meer van het brein dan kijken naar een film en ik kan mij heel goed voorstellen dat, na een lange schooldag, een Netflix-serie bekijken aantrekkelijker is dan de laatste roman van Arnon Grunberg ter hand te nemen.
Maar wie wel eens een gemiddeld studieboek gelezen heeft, zou voor de student toch een beetje begrip moeten kunnen opbrengen. Zeker in het economische domein waarin ik werk is veel van die literatuur nauwelijks te verteren. Saaie, gortdroge lectuur die op geen enkele manier de leeshonger opwekt. Studieboeken moeten, zo lijkt de onderliggende veronderstelling, in de eerste plaats nuttig zijn. Dat houdt in dat hun voornaamste taak is kennis en inzichten over te dragen en wel op zo’n manier dat die voor de lezer maar op één manier begrepen kan worden. De taal mag dus niet ‘vaag’ zijn, of ruimte voor interpretatie overlaten.
Dat studieboeken zo geschreven zijn komt waarschijnlijk omdat het zijn wat het zijn: boeken die je nodig hebt om te studeren. Om toetsen mee af te kunnen leggen dus. En dat betekent: opdienen van informatie zonder creativiteit, spanning, emotie, enthousiasme, ambiguiteit, literaire verfraaiingen of dichterlijke vrijheden. Om het de student bij het studeren makkelijker te maken staan in sommige boeken bovendien de belangrijkste trefwoorden in de kantlijn en wordt elk hoofdstuk nog eens keurig samengevat. Een beetje student scant dus de pagina’s, beperkt zich bij het ‘leren’ tot de samenvatting en hoopt er op de toets het beste van.

Ik begrijp best dat in veel gevallen het lastig of zelfs onwenselijk is om de kennis en inzichten in de vorm van een spannende thriller aan te bieden (trouwens; waarom niet eigenlijk? Heeft iemand het gewoon wel eens geprobeerd de motivatietheorie van Maslow in de vorm van een whodunnit te schrijven?). Maar wat je er in ieder geval wel van kan zeggen is dat veel studieboeken nou niet bepaald verleiden tot méér lezen. Bovendien denk ik dat de veronderstelling dat de vorm de inhoud niet in de weg mag zitten gebaseerd is op een misverstand: vorm is inhoud. Een inspiratieloos geschreven boek, dat louter probeert informatie over te dragen en zoveel mogelijk dubbelzinnigheid, emotie, ‘subjectiviteit’ en avontuurlijkheid uit de weg gaat draagt niets over. Dat is gewoon een slecht boek.

Ik zou hier een pleidooi willen houden voor het verrijken van ons HBO-onderwijs met boeken die geschreven zijn om de verbeelding te prikkelen, die je doen huilen en lachen, die je verbazen, die ‘schuren’ en geschreven zijn in een taal die tintelt, sprankelt en voortkomt uit liefde voor avontuurlijkheid en experimenteerlust. Géén boeken die ‘aansluiten bij de belevingswereld van de student’ (die kennen ze al), maar die nieuwe, andere ervaringen bieden en die laten zien dat de wereld groter is dan de eigen wijk, stad, land of geest.
Zet bijvoorbeeld eens een roman op de boekenlijst. Ik durf de stelling wel aan dat er feitelijk geen maatschappelijk vraagstuk valt te bedenken waarvoor geen roman beschikbaar is die het thema beter en indringender kan tonen dan menig studieboek. Romans zijn weliswaar fictie, maar ‘ze liegen de waarheid’. In ‘Klont’ bijvoorbeeld schetst Maxim Februari de gevaren van artificial intelligence (AI) en het verlies van privacy door de dataficering van persoonlijke gegevens. ‘Klifi’ van Adriaan van Dis gaat over de gevolgen van (het ontkennen van) de klimaatcrisis. Lees ‘Herkomst’ van Saša Stanişić over de impact van een door oorlog en vlucht getekende familiegeschiedenis. Lees ‘de klerk Bartleby’ van Herman Melville (slechts 86 pagina’s !) om door te dringen tot de geest van iemand die ‘weigert om mee te doen’. Lees…  ach, er is zoveel!

Vanuit de overtuiging dat lezen én plezierig én leerzaam kan zijn hebben we bij de opleiding HRM geëxperimenteerd met een ‘leesclub’. In een blok van 10 weken hebben we met een groep studenten het boek ‘mijn ontelbare identiteiten’ van Sinan Çankaya gelezen en besproken. Geen roman in de strikte zin van het woord, maar een persoonlijk verhaal over identiteit, loyaliteit, religie en afkomst. De kracht van het boek is dat het vanuit een persoonlijk perspectief belangrijke en relevante vragen aan de orde stelt zonder ‘belerend’ te zijn. ‘Mijn ontelbare identiteiten’ is soms confronterend, maar ook herkenbaar en zet aan tot reflectie en discussie. Çankaya kan bovendien schrijven. Zijn stijl is vlot, toegankelijk en prikkelt de verbeelding.
Voor veel studenten van onze leesclub was het de eerste keer sinds de lagere school dat ze weer eens een boek van kaft tot kaft lazen. En als je lang geen boek meer op deze manier hebt gelezen kost het soms moeite tekst tot je te nemen waarin ‘de boodschap’ tussen de regels zit, waarin een beroep gedaan wordt op de verbeelding en waarin niet alles tot in detail wordt uitgelegd, samengevat, en in overzichtelijke schemaatjes en grafiekjes wordt gepresenteerd. Maar gezamenlijk praten over een boek, over de vraag wat de schrijver bedoelt, over het delen van indrukken en ervaringen, het wijzen op de schoonheid van de taal in bepaalde passages én het pogen door te dringen tot de essentie van een verhaal levert een collectieve en unieke ‘leerervaring’ op die je, in mijn beleving, zelden aantreft bij het lezen van een willekeurig studieboek.

Studenten zijn niet lui of gemakzuchtig of min of meer hersendood door te veel Netflix. Toegegeven; we leven in een andere tijd dan toen ik jong was, maar ik geloof er niets van dat dat zou betekenen dat het lezen van boeken ‘niet zou aansluiten op hun leerstijl’ en dat we daarom maar beter de vlucht naar voren moeten kiezen door in te zetten op e-learnings, tutorials op YouTube of een ‘kennisclip’. Ook studenten houden, geloof het of niet, van poëzie (Spoken Word!) en het optreden schrijvers vormt een steeds belangrijker deel van het programma van festivals als Lowlands dat dit jaar zelfs een schrijfwedstrijd organiseert. En bij Lowlands zijn ze niet gek. Daar hebben ze allang al door wat een goed boek teweeg kan brengen. Nu het HBO nog.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

%d bloggers liken dit: