Het is maandag, een drukke dag; werken, inpakken, checklist tien keer nalezen, mails versturen, out of office bericht aan, ah shit, het is al tijd. Terwijl ik aan het voorbereiden ben om dinsdag naar Spanje te vliegen met een groep studenten voor “El Camino de Santiago”, zie ik dat het al acht uur ’s avonds is. We hebben de laatste van vijf bijeenkomsten van de ‘Biesta leesclub’.

Samen met een aantal kenniskringleden van het lectoraat Change Management heb ik het boek Onderwijsonderzoek, een onorthodoxe introductie van Biesta gelezen. De ‘Biesta leesclub’ was een plek waar ik wilde uitzoeken hoe mijn eigen opvattingen zich tot het onorthodoxe denken van Biesta verhouden. Als docent heb ik mijn eigen ideeën over het onderwijs en wat ik vind dat anders kan of moet. Studenten zitten niet meer te wachten op een college waarbij de docent alleen maar aan het zenden is. Als ik goed naar de studenten luister, dan blijkt dat ze op zoek zijn naar meer interactie, met elkaar en met de docent. Ook als ik kijk naar de toetsen slaan we de plank mis door de type vragen die we stellen of de gekozen toets vorm. Bijvoorbeeld een schriftelijke meerkeuze tentamen om te toetsten of de student cultureel sensitief is. Maar als de student het juiste antwoord in zijn hoofd kan stampen betekent dat niet dat hij/zij over de bijbehorende vaardigheden bezit. Hierdoor vraag ik me af of we wel echt toetsen wat we willen toetsen. Zo probeer ik kritisch te kijken naar de manier waarop wij het onderwijs vormgeven en ga ik opzoek naar antwoorden hoe het anders zou kunnen. Aangezien ik nu twee en een half jaar onderwijservaring heb en een beginnend onderzoeker ben, zoek ik naar een plek om mijn interpretaties te kunnen delen en om van anderen te mogen leren. Deze leesclub leek mij dé plek om de onderwijswereld te verkennen en beter te begrijpen.

Tot mijn verbazing kwam ik er na het lezen van twee hoofdstukken achter dat ik geen kant-en-klare antwoorden krijg, maar dat ik getriggerd werd door een woord of duiding die vragen opriepen en mij aan het denken zetten. Vragen die mij in mijn rol als docent-onderzoeker kunnen helpen en besproken moeten worden met mijn collega’s. Dat bleek een besef dat enige irritatie veroorzaakte, want als nieuweling in de onderwijswereld, wilde ik gewoon antwoorden.
All caught up in my feelings hierover heb ik halverwege de leesclub een onverwachts gesprek met Tom Maassen, een collega die ook onderzoek doet binnen het lectoraat Change Management. Hij vertelde me over het belang van de tijd nemen om te reflecteren. Als docenten doen we veel en gebeurt er veel om ons heen, maar vaak nemen we niet de tijd om daar bij stil te staan en te reflecteren. Ik realiseerde mij dat er tijdens de interactie met studenten veel dingen gebeuren met zowel de studenten als met mij. Soms wordt er iets gezegd dat langs mij heen gaat en waarbij ik pas tijdens een reflectiemoment een ‘aha-moment’ ervaar. Pas dan kan ik inzien wat de impact is van wat er gezegd is en kom ik tot nieuwe inzichten. Maar ja, als ik het druk heb heeft reflecteren geen prioriteit.
Met het gesprek van Tom in gedachten ben ik verder gaan lezen. Minder gefixeerd op het krijgen van antwoorden en open voor de vragen die gesteld willen worden. Het zijn belangrijke vragen die ook de tijd verdienen om over na te kunnen denken. Inmiddels heb ik meerdere vragen geformuleerd waar ik in de komende periode tijd voor neem om over na te denken en die ik graag met anderen zou willen bespreken. Vragen die ik steeds probeer te verbinden met wat ik aan het doen ben in de praktijk.  

Silent walk

De dag na de laatste leesclubsessie vertrek ik naar Spanje voor een voetreis: samen met twee collega’s en tien studenten, 124 km wandelen in zes dagen. De tocht “El camino de Santiago” gaan we aan in het kader van wereldburgerschap. Studenten die bij de Haagse Hogeschool afstuderen zijn uiteindelijk na hun studie niet alleen gekwalificeerd voor een beroep, maar ook bewust, betrokken en kritisch in zijn eigen verantwoordelijkheid voor de wereld, als mens en professional. Dat is althans de ambitie van de Haagse Hogeschool. Om de bewustwording en betrokkenheid van de studenten te stimuleren hebben we naast het wandelen van A naar B, ook aanvullende activiteiten zoals de ‘1-hour silent walk’ en diverse SDGs uitdagingen. De ‘silent walk’ houdt in dat we tijdens het eerste uur van de dag in stilte wandelen en nadenken over de vraag van de dag. In de avonduren komen we weer bij elkaar om de vraag van de dag met de hele groep te bespreken. Eén van de vragen was: “how do I show love? To my family, friends, acquaintances and strangers”. Tijdens de nabespreking hebben we stil gestaan bij hoe wij liefde aan ons zelf laten zien en hoe dat zich verhoudt met wat we aan anderen geven.
Ik heb heel veel geleerd in de 10 dagen dat we in Spanje waren en twee dingen die ik heb beleefd tijdens de ‘silent walk’ wil ik graag met jou delen.

  1. De tijd nemen om jezelf te bevragen en tot antwoorden te komen is essentieel.
    Door mezelf de tijd te gunnen om na te denken over de vraag en kritisch te zijn tegenover mezelf ben ik tot nieuwe inzichten gekomen. Zonder enige invloed van buitenaf kon ik écht naar mijn inner voice luisteren.
    Ook denk ik dat ik in Spanje pas goed begreep wat Tom bedoelde met ‘tijd nemen’. Niet even (snel) nadenken over wat goed ging en wat niet, maar echt de tijd nemen… écht. Waarbij je alleen kunt zijn en over de vraag voor langer dan 15 minuten kunt nadenken en jezelf ondervragen.  
  2. Nabespreken met anderen brengt iets moois met zich mee.
    De nabespreking met de groep zorgde weer voor nieuwe en diepere inzichten. Het mooiste vond ik dat de nabespreken ons groep dichter bij elkaar bracht. Doordat iedereen de tijd voor zichzelf nam en met zichzelf bezig was, werd er tijdens de nabespreking anders naar elkaar geluisterd. Niemand voelde de behoefte te laten zien de slimste persoon te zijn of degene met alle antwoorden omdat iedereen in een soortgelijke mindset was. Iedereen had ook iets om in te brengen waardoor het geen one man show werd en dat was erg mooi om te ervaren. Het voelde als een moment van ons allen. Ook van hen die normaliter stil zijn of het altijd eens zijn met wat de buurman/-vrouw zegt. 

Terugkomend op mijn motivatie om deel te nemen aan de leesclub: op grond van mijn ideeën over wat anders kan en/of moet en mijn verlangen naar antwoorden én mijn ervaring met de ‘silent walk’ activiteit in Spanje, heb ik besloten om jou een aantal vragen te stellen. Ik ben niet de enige die van mening is dat het onderwijs anders moet. Woorden zoals onderwijsvernieuwing en onderwijsinnovatie zijn woorden die ik wel bijna dagelijks hoor. En vervolgens volgt dan meestal de vraag: “maar hoe?”. Hoe moeten we het vormgeven? Hoe moeten we het veranderen? Hoe? Hoe? Hoe?
Als er één ding is waarop Biesta mij een antwoord heeft gegeven, is dat de vraag ‘waartoe’, belangrijker is dan de ‘hoe’ (Biesta, 2022, p.143). Want pas als je weet waartoe je wil werken, kan je de hoe bepalen.
De vragen die ik je ga stellen zijn vragen die opkwamen tijdens het lezen van het boek. Ook zijn dit vragen die helpen om een antwoord te geven aan de waartoe. Waartoe moeten we veranderen?
Vragen die iedereen in het onderwijs eerst zelf moet beantwoorden om helder te hebben hoe hij of zij hierin staat. Vervolgens moeten we het met elkaar bespreken. Want ja, onderwijsvormgeven en vernieuwen doen we samen… toch? Mijn hoop  is dat er een plek voor de vraag van de dag kan ontstaan tijdens overleggen of teamdagen. Bijvoorbeeld dat we de week beginnen met een vraag om over na te denken en de week eindigen door het samen te bespreken. Hopelijk ontstaat er iets (hopelijk iets moois zoals ik in Spanje mocht ervaren) dat van toegevoegde waarde kan zijn voor het onderwijs.

Vraag van de dag…

  1. Wat is goed onderwijs?
  2. Wie en/of wat moet centraal staan?
    • Het onderwijs?
    • De student en al zijn wensen? De student is de klant en de klant is…
    • …?
  3. Hoe kun je effectiviteit beschrijven?
  4. Wanneer is iets effectief?
  5. Hoe kun je effectiviteit meten/ toetsen?
  6. Alles wat wij in het onderwijs doen moet nuttig zijn. Maar nuttig voor wie?
  7. Wie bepaalt of iets nuttig is?
    • Is het de docenten die studenten voorbereiden voor het werkveld?
    • Is het de studenten die aan consumeren zijn?
    • De opleidingsmanager die de boel moet draaien?
    • Het werkveldcommissie?
    • CvB?
    • …?
  8. Wanneer is hetgeen wat we doen van toegevoegde waarde?
  9. Nogmaals, wie bepaalt of het toegevoegde waarde heeft?
  10. Het onderwijs is (of hoort te zijn) een open en recursief systeem. Is dat zichtbaar binnen je lessen, opleiding, onderwijsinstelling?
    • Zo ja, hoe dan?
    • Zo niet, kun je ruimte creëren voor een open en recursief systeem?
  11. Waar is er sprake van complexiteitsreductie die in de weg staat van de opensysteem?
  12. Waartoe moet er worden verbeterd?
  13. Waaraan moet de verbetering bijdragen?

Mijn hoop is dat bovenstaande vragen jou zullen motiveren om na te denken over het waarom en waartoe. Pas wanneer we tijd nemen om vragen te stellen en ze te beantwoorden en we het eens kunnen zijn over de waartoe, dan kunnen we samen een hoe bepalen. En als je naar een vorm zoekt om dit te bespreken, expirimenteer dan met ‘de vraag van de dag’ zoals wij het in Spanje deden.

Ik ben benieuwd of jij nog vragen heb om toe te voegen aan de lijst of als je ook wil wandelen. Neem gerust contact met me op.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

%d bloggers liken dit: