LECTORAAT CHANGE MANAGEMENT – De Haagse Hogeschool

Wat doe je bij De Haagse Hogeschool?
Ik werk als docent met een kleine aanstelling voor de deeltijdopleiding Bedrijfskunde, Management, Economie en Recht (BKMer) waarvoor ik de onderwijseenheden Specialisatie Adviseren en Verandermanagement ontwikkelde. Het onderwijs combineer ik met mijn adviespraktijk voor verander- en vernieuwingsvraagstukken in organisaties.

Wat is je achtergrond?
In 2012 rondde ik de master Advanced Change Methodologies af. Het onderwerp van mijn afstudeeronderzoek betrof ‘aarzelen in het adviesproces’. Mijn belangstelling voor aarzelen komt voort uit een fascinatie voor ‘vertraging’ en ‘ontregeling’. In aarzelen komen die fascinaties samen.Het afgelopen jaar voltooide ik binnen het lectoraat Filosofie en Beroepspraktijk een theoretisch onderzoek naar het fenomeen aarzelen op basis van één van de hoofdwerken van de Franse filosoof Paul Ricoeur: Le Volontaire et L’Involontaire. Uit dit theoretisch onderzoek blijkt dat aarzelen nieuwe mogelijkheden aan het licht brengt, dat aarzelen routines en denkpatronen ontregelt, dat ze nieuwe perspectieven opent en dat ze beweging brengt in de bestaande waardenhiërarchie. Het toont dat aarzelen de onderstroom is van ons bewustzijn met een ‘powerkant’ die zowel radicaal als potentieel genoemd kan worden. Zo heeft aarzelen een analytische werking. Het bevraagt de vanzelfsprekende loop der dingen en schept een tussenruimte waarin onbekende mogelijkheden kunnen worden onderzocht.

Wat doe je voor onderzoek bij het lectoraat Change Management?
Dit jaar start ik vanuit het lectoraat Change Management een empirisch onderzoek naar de functie van aarzelen in keuzeprocessen in organisaties. Dit onderzoek voer ik uit in een zorginstelling van Amstelring in Amsterdam. De behoefte aan verpleeghuiszorg evenals de vraag naar zwaardere zorgvormen als gevolg van de vergrijzing zal toenemen. Waar in het verleden in de zorg een medische optiek domineerde verschuift deze focus naar aandacht voor kwaliteit van leven. Dit vraagt om dialoog tussen cliënt, sociaal netwerk en professional over de mogelijkheden en handelswijzen om deze kwaliteit te realiseren. Mijn verwachting is dat aarzeling het vanzelfsprekende handelen onderbreekt en een ‘tussenruimte’ opent die de professional in staat stelt te reflecteren over zulke mogelijkheden en manieren van doen.