Terwijl ik Gert Biesta´s boek Onderwijsonderzoek: een onorthodoxe introductie (2022) lees, er in mijn kenniskring een Biesta Boekclub voor optuig zodat we de interessante materie als “Denkanstöße” gebruiken om het beter te begrijpen, en door middel van close reading van citaten het nader verklaren op verschillende maandagavonden, gaan mijn ouders met pensioen.

Mijn ouders:

Hanneke  
42 jaar MBO docent geweest in Facilitaire Dienstverlening

Gerlof
38 jaar HBO docent geweest, grootste gedeelte bij de Retail Business School
(en oud klasgenoot van Biesta in opleiding ‘docent ten behoeve van instellingen in de gezondheidszorg’ 1983, Gert weet het vast nog wel)

Biesta kan mooi schrijven, je herkent ideeën waar je zelf mee worstelt en het zet je verder aan het denken, maar het is niet perse meteen praktisch toepasbaar. Zeker geen zelf-help boek. Maar mijn ouders hebben een gezamenlijke 80 jaar aan ervaring in het beroepsonderwijs. In dit blog onderzoek ik hoe ik Biesta’s principes over de onderwijs professional terug zie komen in mijn ouders’ werk – aan de hand van de mooie speeches op hun afscheid en het onderwijspraat vanuit huis.  

Volgens Biesta gaat het in onderwijsland niet om de student als ‘de klant is koning’ maar om goed onderwijs. Onderwijs en onderwijzen moet weer meer een centrale plek krijgen en hij legt de professionaliteit uit in 3 dimensies:

1. Goed onderwijs

Het professioneel handelen is georiënteerd op menselijk welzijn […] In het onderwijs betekent dit gericht zijn op de grotere bedoeling van onderwijs, die we kunnen aanduiden als het realiseren van goed onderwijs.

Biesta 2022, p.109

Maar wat is dat nou – goed onderwijs in het beroepsonderwijs en hoe handelt die professional? Wat zijn de ingredienten?

Als ik naar mijn moeder kijk zie ik de professionaliteit als sterke en creatieve ontwerper van onderwijsmateriaal (opgeschreven in haar A4 notitieblok) van begin tot eind – georiënteerd op menselijk welzijn voor de student zelf, maar ook voor wie ze het beroep uitvoeren. Zo laat ze studenten een paasmaaltijd bedenken voor senioren die ze uitnodigt op school. De studenten moeten bedenken wat ze gaan maken, inkopen doen, samen het in het keukenlokaal klaar maken en ook serveren aan de senioren en kijken hoe het eten bevalt terwijl ze een praatje met ze maken.

Voor mijn vader is goed onderwijs ook voorbereiding op het beroep – en een belangrijk kenmerk daarin is kennis van woorden en begrippen. Hij vindt het leuk om expres wat nieuwe woorden in de les te gooien die relevant voor studenten zijn om te kennen voor hun toekomst: en ze dan duidelijk uit te leggen zodat studenten de begrippen begrijpen en kunnen toepassen.  Een mooi voorbeeld daarvan uit de retail is het begrip ‘the butt-brushfactor’ wat zoveel betekent dat als schappen/rekken in een winkel dicht bij mekaar staan, vooral vrouwen snel doorlopen als er iemand langs wil en gewenste aankopen niet doen omdat ze het vervelend vinden om aangeraakt te worden van ‘achter’ (zie Paco Underhill: Why we Buy). Met dit begrip gaan studenten meteen anders naar de winkelinrichting kijken, klantengedrag observeren en aanpassingen maken.

2. Wat is wenselijk?

“Het tweede kenmerk van professioneel handelen betreft het feit dat de professional niet simpelweg datgene aanlevert wat de klant wenst, maar een rol speelt in de vraag of wat cliënten/patiënten/studenten zeggen dat wat ze wensen, inderdaad ook wenselijk is. […] Dit laat ook zien dat pedagogische processen niet louter bevestigend zijn – ze zijn niet louter gericht op ontwikkeling en groei – maar altijd een moment van onderbreking in zich dragen (Biesta, 2006), een moment waarop ontwikkeling en groei worden bevraagd.”      

Biesta 2022, p. 109-110

Hanneke kan studenten vertragen, vertelt een collega over haar. Als ze boos over iets binnenkomen zegt ze: ‘Kom, ga eens zitten’ en spreekt ze heel rustig waardoor de student ook rustig wordt. En dan kunnen ze het gesprek aan gaan. Voor haar zijn de stages ook essentieel in het ontwikkelen voor de student tot professional. Ze heeft veel tijd en moeite in gestoken om stages te regelen maar ook te laten doorgaan. Als het daarin wel eens mis gaat – zoals een student die verschillende keren te laat op komt dagen in het verzorgingstehuis tot frustratie van de stagebegeleider –  dan stapt mijn moeder in haar rode Suzuki om in gesprek te gaan met student en stage begeleider, waarom de student te laat was en waarom op tijd komen belangrijk is. Vertragen en bevragen.  

Voor mijn vader bestaat dat bevragen zeker niet uit het opgeven van reflectieverslagen maar direct vragen stellen om ze aan het denken te zetten. En dat gebeurt in de klas. Het kan al heel simpel zijn als ‘Heb je je tekstboek uit het plastic gehaald?’ ‘Waarom wel/niet’ en ‘Hoe ga je zo’n boek lezen?’ Waarop vaak de antwoorden eerst ‘nee’ en ‘ik weet niet’ zijn, maar dan gaat hij het samen met de studenten het boek door een geeft aan hoe die is opgebouwd. Waardoor, als het goed is, studenten later de vragen niet meer nodig hebben van buitenaf maar het internaliseren door zichzelf die vragen te stellen – de weg naar volwassenheid.

3. Gezag

“Het derde kenmerk van professionaliteit en professioneel werk betreft het feit dat er sprake is van relaties van gezag, waarbij gezag gedefinieerd zou kunnen worden als ‘aanvaarde autoriteit’ of ‘aanvaardbare macht’”

Biesta 2022, p. 110

Mijn moeder staat in het keukenlokaal – alles onder controle, met haar lesplan. Maar ook met messen, vuur en regelmatig heftige emoties van studenten. Een keer willen een paar studenten totaal niet mee doen en is mijn moeder de wanhoop nabij. Maar ze staat daar niet alleen, ze staat samen met een collega, die het ook zat is. Die pakt een paar komkommers van tafel en gaat daarmee de studenten interviewen: ‘En, hoe staat het ermee?’ De studenten liggen dubbel en de lucht is geklaard. Gezag kunnen delen als team, met wat humor erbij, dat maakt het aanvaardbaar voor student en docent.

Voor mijn vader zit gezag ook zeker in instructie geven – je hebt kennis die je mag overdragen – je bent de aanvaardbare autoriteit. Naar de student toe in de klas maar ook in een kritische blik bijvoorbeeld naar toetsen van je collega’s. ‘Als je je toets naar Gelof stuurt voor controle dan moet je niet verwachten dat het een gedane zaak is. De toets komt terug vol met rode strepen en commentaar,’ vertelt een collega. Maar een uitnodiging staat open aan de student of collega om met andere kennis en voorbeelden te komen, om het te bevragen. Het doel zit in het sparren met elkaar en samen goed onderwijs maken.

Als pensionados hebben jullie nu het stokje van goed onderwijs, bevragen en gezag doorgegeven. Bedankt heit en mam voor jullie voorbeelden.

  • PS 1: Biesta’s Onwijsonderzoek: een onorthodoxe introductie laat zich niet makkelijk samenvatten – voor een beter begrip, lees zijn boek en organiseer een boek club.
  • PS 2: Mijn moeder heeft trouwens zelf haar pensioneringsfeestje gevierd aan de hand van Edith Eger’s  ‘Het geschenk: 12 lessen die je leven kunnen redden’ – iets makkelijker te lezen dan Biesta en ook zeker een Denkanstöße.
  • PS 3: Waarin ligt voor jou de professionaliteit van de docent in het beroepsonderwijs? Wat is voor jou goed onderwijs? Hoor graag je commentaar.

Researcher for Change Management, investigating film, education & critical thinking. Implementing it as lecturer for International Business, all at THUAS.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

%d bloggers liken dit: