Had hij potverdorie net twee uur over de securitycheck gedaan om er überhaupt te komen, moest Schipholbaas Dick Benschop toch toegeven dat zijn PR-manager een punt had: langer in Davos blijven was niet handig, terug naar de zaak.
De kwestie zal niemand zijn ontgaan. Mensonterende toestanden op de nationale luchthaven. Willen we gekweld door onze vliegschaamte zo snel en anoniem mogelijk boarden voor die ene lullige inhaalvakantie, staan we daar super-exposed te zijn tussen al dat ordinaire vliegvolk. Zo kan het niet langer, dachten ze bij ook Schiphol, en dus kwam er een actieplan.
Omdat minder mensen in minder vliegtuigen natuurlijk geen serieuze optie is, wordt alles en iedereen gemobiliseerd om reizigers te kunnen blijven trakteren op een “voorspelbare en aangename Schiphol-ervaring”. Personeel uit de lengte: de omscholing van marketingmanagers tot securitycoaches en een terugroepactie van de eigen pensionado’s. Uit de breedte: een landelijke wervingscampagne inclusief heuse banenmarkt om al die werkzoekenden naar de Haarlemmermeer te lokken.
Nee, Dick Benschop heeft zelf ook weinig fiducie heeft in deze plannen. Daarom een alternatief. Een voorzetje.
Laten we eens aannemen dat we de Schiphol Groep zouden kunnen zien als amateurvoetbalclub. Klinkt als appels met peren maar als je je bedenkt dat het kratje bier voor de derde helft je ongeveer evenveel kost als een ticket naar Barcelona, staat het misschien wel weer in verhouding. En ook een voetbalclub in de lucht houden is geen makkie. Omdat wedstrijden zichzelf niet fluiten en het schenken van rustlimonade nog steeds mensenwerk is, kan voetballend Nederland niet zonder haar vrijwilligers. Die afhankelijkheid is zo groot dat een flink deel van de clubs vrijwilligerswerk verplicht stelt om lid te mogen worden. Oftewel, voetballen prima maar dan ook je kantinediensten draaien.
Wat als we dat model nu eens naar Schiphol zouden knippen en plakken? Wat als we van de luchthaven een vereniging zouden maken en vliegtickets reframen als contributiegeld – een bijdrage in de kosten maar natuurlijk niet voldoende om de boel draaiende te houden. Dus, sure, je mag vliegen maar alleen als ook je netjes laat inroosteren. Ik noem maar wat: twee keer per jaar een dagje meelopen als ‘platformmedewerker’, dat wil zeggen op je bloedende knieën in de kerosinedampen, onder brullende motoren en enorme tijdsdruk, koffers van tientallen kilo’s het laadruim in- en uitwerken. En misschien dan daarbovenop, beetje afhankelijk van hoe vaak en ver je wilt reizen, nog wat shifts in de securityploeg – pak je ook nog wat lesjes crowd control en de-escalatie mee.
Noem me een onverbeterlijke bedrijfskundige, maar ik zie een win-win situatie: én we missen onze welverdiende vluchten niet meer, en door het kijkje in de keuken worden we niet meer gekweld door de vraag hoe die tickets zo goedkoop komen!