‘Radicaal’ heeft als begrip een probleem. Van Dale geeft weliswaar “geheel en al; totaal” maar ook “(als) van een radicaal”. Die radicaal kennen we uit de krant, en zo iemand willen we niet wezen. Toch is een radicaal -ook volgens Van Dale- niet meer dan “iemand die verregaande hervormingen wil”. De stand van de wereld vraagt om dat soort hervormingen. Daarbij hoort het verzet tegen wat systemen doet disfunctioneren. Ook verzet heeft als begrip een probleem. Van Dale: “het zich verweren; (het bieden van) tegenstand”. Verzet vergt een autoriteit die zich uit in machtsuitoefening. Disfunctioneren komt deels voort uit een machtsuitoefening die zich niet meer goed verhoudt met wat mensen in hun mars hebben. Dat roept verzet op, niet als preoccupatie maar als bijdrage aan hervormingen.
Onlangs organiseerde het onderzoeksplatform Connected Learning van de Haagse Hogeschool een bijeenkomst rond 21st Century Skills. Die vaardigheden werden in verband gebracht met deugden, en de deugd ‘moed’ stond centraal. Een 21st century professional heeft de moed zijn of haar baas te wijzen op de noodzaak te veranderen als die professional merkt dat systemen niet werken. Een studente vertelde in het kader van ‘het werkt niet’ over een kwestie die al lang speelt en cruciaal is in onderwijs waar leren door te doen een belangrijk aspect is. In projecten, vertelde ze, leer je samenwerken. Als het goed is. Om kort te gaan, omdat iedereen vooral streeft naar hoge cijfers komt het niet van echt samenwerken. Degene die goed kan schrijven maakt het werkstuk, en zo worden ook andere taken individueel verdeeld ten gunste van een hoge collectieve beoordeling.
Ook samenwerken is een 21st century skill. Wat moet er gebeuren om daar in het onderwijs goed aandacht aan te besteden? Het antwoord is eenvoudig: afstand doen van het regime van tentamens en cijfers. “Maar ja, vanwege accreditatie en bekostiging hebben we het er mee te doen,” was de opmerking van een van de docenten. Daar staat tegenover dat radicaal verzet tegen een systeem dat niet werkt een deugd is. Radicaal als in het propageren van verregaande hervormingen, waarbij ‘verregaand’ niet de wens is van de hervormer maar de consequentie van een systeem dat te ver af is komen te staan van wat -in dit geval- leren in de grond van de zaak is. Zeker als het om 21st century skills gaat, maar liever nog het opleiden van de 21st century professional, zijn verregaande hervormingen in het onderwijs nodig. En heel goed mogelijk, voeg ik eraan toe. Sterker nog, het werken aan hervormingen is een prachtig creatief proces. Misschien is moed als deugd nodig om de noodzaak van hervormingen aan te zwengelen, eenmaal aan de slag gaat het om heel andere en veel minder pijnlijke deugden.
Komt bij dat er al heel veel gaande is. Een Amsterdams gymnasium heeft in het nieuwe Schoolplan opgenomen dat er op een andere manier wordt getoetst dan door proefwerken en cijfers geven. De school zegt het zo: “De kern van dat Schoolplan is dat de school de leerlingen nog meer in hun ontwikkeling wil volgen. De school wil meer zicht krijgen op waar ze staan in hun leerproces, welke doelen ze precies moeten bereiken en welke weg ze daarbij het beste kunnen bewandelen, met hulp van de leraren, die van hun medeleerlingen, en onderwijsvormen die daarop zijn aangepast. Centraal staat de ontwikkeling in het leren van de leerlingen. Daarbij past het geven van individuele feedback, veel meer dan het geven van cijfers.”
Ruimte nemen voor radicaal leren, maar ook ruimte nemen voor een radicale uitleg van wat je als ambtenaar in het kader van het publieke goed doet. Ruimte maken voor politie professionaliteit die veel verder gaat dat wat in het jargon ‘schoppen, schieten, slaan’ heet. Ruimte nemen om als technicus aan te kaarten wat de risico’s zijn van het verwezenlijken van een ontwerp. En dat alles zonder dat er moed voor nodig is. Moed als deugd zegt meer over de veranderkundige omstandigheden dan van degene die het opbrengt. Die laatste doet in termen van 21st century skills gewoon zijn of haar werk.
Dat je in huidige omstandigheden angst moet overwinnen om je broodheer aan te spreken verraadt een controverse die aandacht behoeft. In de 21st century wordt professionaliteit bepaald door het genereren van waarde die verder gaat dan het strikt uitvoeren van gegeven opdrachten. Alleen al de noodzaak om voortdurend te toetsen of het uitvoeren van de opdracht ook leidt tot een duurzame, rechtvaardige, mooie uitkomst is niet vanuit morele overwegingen maar simpelweg pragmatisch noodzakelijk. Het streven naar duurzaamheid, rechtvaardigheid, schoonheid is steeds een collectieve aangelegenheid geweest. De aansturing van vele organisaties staat haaks op de eigentijdse en collectieve waardegeneratie door professionals. Het is die controverse die veranderkundigen werkbaar moeten maken omdat daarin de mogelijkheden ontstaan om collectief vast te stellen waar we heen moeten.
Veranderkundige perspectieven zijn vervolgens per definitie radicaal omdat de referenties steeds hebben te maken met de vraag: “wat is nu in het hart van de zaak waar het om gaat?” Radicaal zijn in -bijvoorbeeld- het eenvoudige feit dat werk zich goed moet verhouden met menselijkheid is noodzaak. Radicaal zijn in het werken vanuit de notie dat studenten relevante wijsheid bezitten en dat het idee van burgers omtrent de betekenis van rechtvaardigheid het waard is om kennis van te nemen zijn steeds het begin van een veranderkundig traject waar systemen menselijkheid, wijsheid en ideeën van rechtvaardigheid in de weg staan. Dat we vervolgens goed moeten zijn in het omgaan met een pluriformiteit van opvattingen en het agonisme dat daarmee gepaard gaat is wellicht de kern van 21st century skills. Waar we een idee van harmonie baseerden op het dominant maken van enkele verhalen over wat goed is bewegen we naar een dynamiek waarin er vele verhalen zijn over wat goed is. 21st century skills moeten ons het vermogen geven in die dynamiek als professional van waarde te zijn. Een toe te voegen waarde is dat uit vele verhalen althans tijdelijk een verhaal de boventoon voert tevoorschijn wordt gehaald die aanzet tot samen duurzaam, rechtvaardig en mooi handelen.
Radicaal verzet is -ten slotte- snel te ontdoen van een negatieve connotatie. In de 21st century gaat het niet om revolutie en strijd. Radicaal verzet gaat samen met het tonen van compassie. Waar de oude tijd uitnodigde om verzet te richten tegen boosdoeners en andere vijanden gaat het er in de nieuwe tijd om dat we met zijn allen in hetzelfde schuitje zitten. Be kind, we are all in this together is het 21st century motto. Moed is ouderwets. Eigentijds is het scheppen van de mogelijkheden om samen uit te proberen. Vandaar de opkomst van laboratoria waar een noodzakelijke 21st century skill steeds aan de orde is. Dat is het vermogen om samen ergens aan te beginnen waarvan het resultaat nog ongewis is.