Niet wars van wat spanning heb ik  ‘avonturentickets’ gekocht voor de voorstelling ‘The Nation’ van het Nationaal Theater in januari. Met een avonturenticket bekijk je deze voorstelling vanaf wisselende plaatsen in de schouwburg en misschien zelfs wel op het toneel. Dat kan, want The Nation is een vijf uur durende marathonvoorstelling in zes afleveringen.

Onlangs kreeg ik bericht dat het concept van de avonturenticket te ingewikkeld was. Een verandering was doorgevoerd: de houder van zo’n ticket heeft de gehele voorstelling een plaats op het podium! Van zoveel avontuur schrok ik. Je zit met je neus op de actie, bent vast vanuit de zaal ook steeds zichtbaar en wordt zo zelf ook onderdeel én dat vijf uur lang… Als toeschouwer heb ik het al druk genoeg met indrukken verwerken, af en toe afgeleid te zijn. Enfin, ik zal daarin niet de enige zijn. Dus ga ik het avontuur aan.

Onwillekeurig moet ik denken aan de rol die een student inneemt in het onderwijs. ‘We’ zetten in op uitdagende werkvormen, activerend onderwijs, doen aan co-creatie enz. Maar wanneer is het goed, genoeg of teveel? Wie bepaalt dat? Deze vragen komen op.

In theaterland is de rol van toeschouwer momenteel onderwerp van discours. Er is enerzijds de behoefte aan gelijkheid voor én democratisering van juist die toeschouwer. Anderzijds wordt opgeroepen de rol van de toeschouwer niet te beïnvloeden. In het essay “Ruimte voor publiek discours in een betuttelende kunstpraktijk” wordt gepleit dat het een misverstand is dat het publiek moet worden bevrijd uit zijn passiviteit, omdat kijken ook een handeling is, betoogt de filosoof Rancière. Een handeling die gepaard gaat met interpreteren, verbanden leggen etc. Het moeten deelnemen van toeschouwers is juist dwingender en beperkender dan de vrijheid van zelf mogen kijken, interpreteren en verbeelden, omdat er sprake is van schijngelijkheid. Uiteindelijk blijft de kunstenaar namelijk aan het roer staan. In “Ruimte voor de toeschouwer” betoogt Kokkelmans dat het een grondrecht is van de toeschouwer om gewoon te mogen kijken. Hij vindt de houding van theaterprofessionals autoritair, omdat zij het publiek als onbekwame observeerder kwalificeren. Zolang theatermakers denken dat toeschouwen ‘een verlossing’ behoeft, blijft er, volgens hem, een hiërarchische relatie in stand.

Net als in de theaterprofessie gaat in de onderwijspraktijk het gesprek door en dat is goed. Ik hoop daarbij wel van harte dat zowel toeschouwers als studenten als mondig worden gezien, gehoord en ervaren. Alleen al de kennis van het gesprek over de rol van toeschouwer in de theaterwereld, doet me inmiddels extra uitkijken naar de voorstelling The Nation. Ik kan en zal laten weten hoe ik er na vijf volle uren kijken, beleven en participeren aan toe ben.

The Nation: het Nationale Theater Den Haag

Bron: Theaterkrant  16-9-2017 & 15-11-2017

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

%d bloggers liken dit: