Recently I talked to the CEO of a South African technology firm. She told me about a visionary in her firm who had committed himself to developing technological answers to environmental challenges. “He is exactly what you would want in a firm like ours. However, his dreams started bleeding our company in a way I could not account for,” she told me. His ventures were put on hold.

My proposition is that current business models cannot accommodate for corporate involvement in urban challenges, and especially in environmental ones. Add up what we need to do now in order to meet known future requirements and the need shows for a broad commitment, both from not for profit and for profit organisations. We are simply required to cope with more rainfall. Whether or not climate change is caused by human activities is not interesting. Cities not accustomed to the need for shade will simply need to start thinking about exactly that. Parts of The Hague were built so that the cold winds from the sea would not be too bothersome. Now, the need is seen for exactly that cooling wind as a heating up city becomes a problem for an increasingly aged population. New sources of energy are required, if only because the carbon based energy is running out. Waste is to be material for producing goods. Urban farming is not an ideological enterprise but a simple requirement for feeding the future urban population.

Apart from acting upon what we know we increasingly need to -again- develop the ability to resiliently engage the unknown. One might lament the complexity of the world, the seeming chaotic nature, the unpredictable politics, the simplification of deep issues, the votes for populists. Perhaps we have forgotten that people before us encountered similar insecurities. Part of the current predicament is that through the language with which we describe and discuss the challenges we meet we talk ourselves into frustrations. Our descriptions of what we face seem to distance ourselves -or rather what we think of ourselves- out of reach of solutions to problems. The CEO of the technology firm mentioned talks herself away from the visions her employee has, while in another language and with some courage, there is no distance at all. New business-reasoning needs to develop as part of thinking in new economic terms.

This calls for experimentation. A network of next economy pioneers in Rotterdam and The Hague initiated the Prototyping Program. Goal is to enhance the impact and scale of innovative start-ups, also in the field of technology facilitating energy transition and related matters. More info through: www.nexteconomy.nl/prototyping/prototyping-den-haag. Urban innovation laboratories in two The Hague neigbourhoods will host the prototyping project. Both are pilot neighbourhoods in experimenting with what a next generation urban neighbourhood needs to be in order to engage in the challenges ahead.

Associated with this initiative is a project that brings together stakeholders and entrepreneurs from India, South Africa and The Netherlands. They will join local experiments and prototyping projects but will also tinker with new business cases and new corporate talk about urban challenges. Goals is to provide the corporate world with the thoughts and ideas that will trigger old school to join new school in the endeavour to provide next generations with the technology that will help meet their needs.

For those who are in need of more info, please use post a comment.

Interview Rob Ruts Wat doe je bij De Haagse Hogeschool? Sinds 2010 ben ik docent bij de opleiding Integrale Veiligheidskunde aan de Faculteit Bestuur, Recht & Veiligheid van De Haagse Hogeschool. Daarvoor heb ik een aantal jaar advies gegeven over de ontwikkeling van onderwijs in integrale veiligheidskunde, IVK. Ik houd me al twintig jaar bezig met professionalisering in het veiligheidsdomein. Daaraan een heel directe bijdrage te leveren door ook echt samen met studenten op te trekken, was een aantrekkelijke propositie. Het leerbaar maken van een complex beroep als integraal veiligheidskundige is avontuurlijk, maar beslist geen sinecure. Wat erg helpt, is dat de opleiding een prachtig team heeft. Onderwijs maken doe je samen en dat kan op de hogeschool. Maar wat vooral inspireert is mijn lidmaatschap van twee kenniskringen: van het lectoraat Change Management en het lectoraat Informatie, Technologie en Samenleving. Wat is je achtergrond? Ik ben integraal veiligheidskundige van de generatie van vóór de IVK-opleidingen. De pioniers in het vak waren er in vele soorten en maten. We hebben het vak al doende geleerd, al werkend en pratend met elkaar, met daders, met slachtoffers, met belanghebbenden. Ik heb me veel beziggehouden met de inzet van de politie in relatie tot burgers, en met veiligheidskundige vraagstukken die samenhangen met geweld. Zo ben ik betrokken geweest bij de ontwikkeling van de aanpak van huiselijk geweld. Geweld als aspect van jeugdcultuur, en fenomenen als radicalisering en terreur zijn thema's waar ik me al veertig jaar mee bezighoud. Het heeft me naar vele hoeken van de wereld gebracht. Op het ogenblik doe ik projecten in Kaapstad, Mumbai en New York. Toen ik 35 was startte ik met een studie filosofie. Die studie gaat nog steeds door, waarbij ik vooral kijk naar de vertaling van filosofische inzichten naar de beroepspraktijk. Ik voel me met name thuis bij het Pragmatisme, en bij denkers zoals Richard Rorty en Bruno Latour. Verder ben ik kunstenaar. Beeldende kunst en theater zijn mijn disciplines. Hoe zich dat verhoudt met integraal veiligheidskundige zijn, is een heel verhaal. Kern ervan is dat veiligheid en andere maatschappelijke vraagstukken om een rijker scala aan benaderingen vragen. Hoewel ik bedreven ben in het maken van risicoanalyses en veiligheidsbeheerplannen en ander veiligheidskundig handwerk, onderzoek ik ook achtergronden van veiligheidsvraagstukken door middel van kunstzinnige middelen. En ik toon ze bijvoorbeeld door middel van bijvoorbeeld documentaires en theatervoorstellingen. Wat doe je voor onderzoek? Ik ben gevraagd lid te worden van beide kenniskringen omdat ik professioneel bezig ben met complexe stedelijke vraagstukken en tegelijkertijd kunstenaar ben. De lectoraten Change Management en Informatie, Technologie en Samenleving onderzoeken gezamenlijk hoe kunst een rol kan spelen in verandering, en daar richt ik me op. Dat gebeurt vooral in een laboratorium dat beide lectoraten zijn gestart. Ik doe onderzoek naar hoe een dergelijk laboratorium een functie kan spelen als interventie in de manieren waarop maatschappelijke vraagstukken aandacht krijgen, en dat tegen de achtergrond van de inzet van kunst. In het laboratorium kijk ik verder naar innovatieve benaderingen van stedelijke veiligheidsvraagstukken. Zo zijn we bezig met de vraag hoe nieuwe vormen van wijkaanpak politiek en bestuurlijk passend kunnen worden verantwoord. Ook kijken we naar radicalisering en naar een context gebonden handhaving van de rechtsorde.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

%d bloggers liken dit: