Over het essay Is er ruimte in de gevestigde orde, van kunstenaar en adviseur Marjorieke Glaudemans zijn aldus Jacco van Uden, lector Change Management van De Haagse Hogeschool ‘een hoop onaardige dingen’ te zeggen. Met deze zin begint van Uden een recensie waarmee ik het hartelijk oneens ben. Laat ik u vertellen waarom u dit boek niet alleen moet lezen, maar ook dient te koesteren. Op de eerste plaats omdat Glaudemans een boek schreef dat telkens als ik het ter hand neem weer andere dingen over mezelf en over mijn denkbeelden laat ontdekken. Soms vind ik er een cliché, dan weer een parel en dan weer een tijdje helemaal niks. Soms ben ik teleurgesteld en op een volgend moment klopt mijn hart sneller. Op de tweede plaats omdat het laat zien welke vormen onderzoek kan aannemen en op de derde plaats omdat het een schat aan bronnen en noten biedt om eigen onderzoek mee te verbinden.
Het boek van kaft naar kaft te lezen is onbegonnen werk, maar laat u dat niet afschrikken. Het boek spiegelt als een ruwe kristal haar rauwe facetten en dwars door alles heen schittert het kunstwerk.
Alles aan het boek is verzorgd. Utrechts uitgeverij IJzer bekend vanwege de tomeloze liefde voor het bijzondere boek en van de keur aan titels van vergeten boeken om-te-blijven-lezen, heeft het essay prachtig vormgegeven. Van Udens kritiek, hoe raak deze ook mag zijn, gaat aan de veel grotere waarde die het boek heeft voorbij. Indien dit boek geschreven zou zijn door mij, of door iemand anders met pretentieuze opvattingen over organiseren en management, dan zou ik die kritiek begrijpen. Maar is de kritiek van van Uden op haar werkstuk terecht?
Glaudemans doet haar onderzoekingen niet als wetenschapper maar als adviseur én als kunstenaar. Al moet ik onmiddellijk toegeven dat kunstenaarschap op zich geen enkele garantie biedt op verlichtende evocaties. Nog vrij recent werkte ik met een bureau dat kunstenaars bemiddelt vanwege hun ‘onorthodoxe’ kijk op organisaties. Het bleek business as usual in een artistiek jasje. Het is dan ook niet alleen het kunstenaarschap dat er toe doet in Is er ruimte in de gevestigde orde? maar vooral het meedogenloos zelfonderzoek van Glaudemans. Ze toont ondanks haar naakte kwetsbaarheid het vermogen om vragen te blijven stellen over zich zelf. Daarover te reflecteren en daarmee te associëren. Kom daar maar eens om in de management- en organisatielectuur. Naar mijn idee verdient dit boek alleen al om die reden een lovende kritiek.
De grootste teleurstelling zegt van Uden
‘komt waarschijnlijk voort uit mijn eigen verwachting dat een kunstenares-buitenstaander mijn geliefde organisaties op een andere manier, in een nieuwe taal zou openen.’
In een verlangen of als hoop zo’n taal te vinden herken ik ook mijzelf. Die taal van Glaudemans te verwachten gaat mij te ver. Haar pogingen om andere, associatieve, esthetische en intuïtieve manieren van denken te introduceren verdient waardering. Denkstijlen die morrelen aan de vanzelfsprekende taal van management en organisaties, kom daar maar eens om in de management- en organisatielectuur.
Het boek is geen voorbeeld van een wetenschappelijk doorwrocht onderzoek, maar een speels essayistisch ontdekken, associëren, experimenteren en buiten de lijntjes kleuren. Het lezen van Glaudemans boek laat zien hoe een betekenis zoekend leven in de loop van 20 jaar zich tot een fascinerend onderzoek vormt. Een zoektocht van een verwonderd en geëngageerd kunstenaar die zichzelf als maat neemt in haar pogingen om zich met de wereld van organisatie, management en bestuur te verhouden. Daarin voel ik sterke verwantschap met Glaudemans.
De kritische onderzoekingen van Glaudemans en in haar rijke keuze aan zorgvuldig uitgewerkte noten met bronvermeldingen en verwijzingen ademt de geest van Critical Management Studies. Nogal wiedes. Alles wat met organiseren en management van doen heeft, verdient vanwege de grote vanzelfsprekendheid ervan, aanhoudend scherpe kritiek die uitnodigt tot gesprek. Is er ruimte in de gevestigde orde? is daarom ook in dat opzicht een geslaagd project te noemen.
Het kaft toont een foto van een vrouw met een vel papier voor het gezicht. Ze staat voor een raam waardoor op de achtergrond water, boten, gevels en gebouwen van een stad, vermoedelijk Amsterdam. Intrigerend denk ik, wat een sterk beeld. Waarom heeft Glaudemans dit beeld gekozen? Wat schuilt achter dat smetteloos wit. Van wie is dat gezicht? Van wie de fijne handen die het papier vasthouden? Het essay van Glaudemans is een groot on-af-onderzoek van het individuele in organisatie, management en bestuur dat voortdurend de vraag stelt waarom het individuele in organisaties inwisselbaar dient te zijn. Doet het individuele er in organisaties niet toe? Smetteloos pure rationaliteit ontneemt het zicht op individuele verschillen en irrationaliteit. Glaudemans laat in nietsontziende zelfonderzoekingen zien hoe dat individuele en irrationele voortdurend op gespannen voet met organiseren, management en bestuur staan.
Lees het en zet het onderzoek voort!