In mijn vorige blog kondigde ik aan terug te komen op mijn ervaringen met het door ‘mijn’ studenten vervaardigde theaterstuk. Mocht ik vooraf zelf nog enige twijfels hebben over de ‘toegevoegde waarde’, van het toepassen van theater in het onderwijs, dan ben ik daar nu wel helemaal van verlost. Ja, theater voegt iets toe. Heel veel zelfs, en eigenlijk doen we studenten, maar ook ons zelf als docenten, tekort als we er niet meer en vaker gebruik van zouden maken.
Op 10 juni j.l.
speelden een kleine groep studenten van de opleiding HRM de voorstelling ‘de
getemde organisatie’. De voorstelling was voor een belangrijk deel opgebouwd
rond hun ervaringen met discriminatie, miskenning, vooroordelen en ‘ongewenst
gedrag’. De Nederlandse samenleving blijkt in de praktijk toch niet altijd zo
open, vrij en tolerant te zijn dan ze van zichzelf denkt dat ze is. Nu is deze
vaststelling op zichzelf niet zo verrassend, er zijn immers voldoende
onderzoeken die aantonen dat discriminatie op de arbeidsmarkt nog altijd veel
voorkomt, de LHBTI-gemeenschap regelmatig geconfronteerd wordt met geweld en
uitsluiting en dat veel vrouwen regelmatig te maken krijgen met ‘ongewenst
gedrag’.
En toch…Ook al was het bekend, de afzonderlijke scenes maakten bij het publiek
veel los. Herkenning ja, maar ook verbijstering, verontwaardiging, boosheid. En
erkenning. Het was weliswaar theater, fictief, maar toch ook ‘echt’. Sterker
nog; door het ‘echte leven’ te spelen werd getoond ‘wat er achter de realiteit
zit’, zoals de Vlaams acteur Julien Schoenaerts het uitdrukt.
Dit is wat theater, en wellicht elke kunstvorm, vermag. En dat werpt de vraag op waarom we in het HBO-onderwijs eigenlijk zo weinig met kunst doen. Als de taak van ons onderwijs is de studenten voor te bereiden op het ‘echte (werkende) leven’, dan ligt het ook voor de hand om de realiteit achter die realiteit bloot te leggen door studenten meer met kunst te confronteren. Wie wil weten hoe de kredietcrisis in 2008 is ontstaan kan veel leren van films als ‘The Big Short’ of ‘Margin Call’. Wie wil weten wat het betekent om als zwarte man (of vrouw) voortdurend geconfronteerd te worden met (on-) bewust racisme moet de theatervoorstelling ‘A Seat at The Table’ van Sama Amini gaan zien. Wie wil weten wat het kan betekenen wanneer de wereld volledig gestuurd wordt op grond van data-technologie leze de roman ‘Klont’ van Maxim Februari of The Circle van Dave Eggers. Dergelijke films, voorstellingen en romans zijn fictie, ja. Ze zijn verzonnen, bedacht, ontsproten uit de verbeelding van script-writers, regisseurs en romanschrijvers. Maar daardoor niet onwaar. Elke schrijver of theatermaker haalt zijn inspiratie uit ervaringen met de werkelijkheid. Die werkelijkheid wordt uit elkaar geplukt, gedeconstrueerd en vervolgens opnieuw opgebouwd. Waardoor kanten van de werkelijkheid aan het licht komen die tot dan toe onzichtbaar waren of over het hoofd werden gezien.
De filosoof Schopenhauer zei het al: ‘Wat is leven? Elk echt en geslaagd kunstwerk geeft op deze vraag op zijn eigen wijze een afdoend antwoord’. Zeker in deze tijd is er alle aanleiding om deze uitspraak ter harte te nemen.
Een heel mooi en waardevol experiment, Paul. Ook mooi hoe je je eigen ‘draai’ hebt beschreven, van skepsis naar de overtuiging dat theater veel toevoegt bij het begrijpen en oplossen van tegenstellingen!
LikeLike