Ik las eens dat Miles Davis het volgende zou hebben gezegd: “It’s not the notes you play, it’s the notes you don’t play”. Toentertijd was het voor mij niet direct duidelijk wat hij nu bedoelde. Na er een tijdje mee rond te hebben gelopen (en zelf wat meer muziek te hebben gespeeld) kreeg ik er een beter beeld bij. Stel je eens voor dat er geen pauzes tussen muzieknoten zouden zitten, dat je één lange stroom van geluid hebt, en geen frases of melodieën. Ongetwijfeld iets dat al lang is verkend in de experimentele muziek, maar voor al het andere zou het waarschijnlijk onuitstaanbaar worden: we hebben de stilte tussen de noten net zo hard nodig als de noten zelf om ervan te kunnen genieten.

Misschien word ik simpelweg een dagje ouder, beste lezer, maar desondanks ervaar ik aan den lijve dat we in Nederland met de dag een stukje moeilijker stil kunnen zijn. Sta me dit toe te illustreren a.d.h.v. drie recente voorbeelden:

Scène 1: Ik ben in de Rotterdamse Kino bioscoop gearriveerd om de film Roma te kijken. Ook beschikbaar op Netflix overigens, maar de recensenten beloven dat dit er een is die je moet ervaren op het witte doek. Nadat ik had plaatsgenomen lopen twee oudere vrouwen vrolijk kwekkend binnen, over hoe mooi de bioscoop toch is en wat leuk dat ze elkaar na zo’n lange tijd weer eens zagen. Prima, de voorfilmpjes waren net begonnen, het licht in de zaal brandde nog, mensen zochten naar een plek, enz. De dames namen drie rijen achter mij plaats en praten ondertussen verder.
Toen begon de film. Het gepraat stopte niet, sterker, het volume van de stemmen nam toe om voor elkaar, en daarmee ook voor de rest van het publiek, verstaanbaar te blijven. Geagiteerd genoeg om er iets van te gaan zeggen, was een andere man mij voor, die zijn stem verhief en de dames tot de orde riep. Ik was de man zeer dankbaar (met mijn eigen stilte). Verder met de film. Opeens ging er niet alleen een flitsend scherp licht aan om zogenaamd te ‘signaleren’ waar de nooduitgang zat, maar ging dit vergezeld van een luchtzuiveringssysteem /airco die mee loeide, ook in die scènes van de film waar geen muziek of tekst zat. D.w.z., waar de regisseur had gekozen voor stilte.

Scène 2: een voor een ieder bekend: de stiltecoupé. Inmiddels ben ik als ervaren treinreiziger getraind om mijn koptelefoon mee te nemen, zodat ik niet onplezierig white noise kan opzetten—daadwerkelijke stilte lijkt er nog zelden bij te zijn. Zijn het niet simpelweg de mensen die toch gewoon praten, dan wel de bellers, of de mensen die besluiten om met de meest luidruchtige verpakkingen een maaltijd tot zich nemen. Er zijn bij mijn weten twee soorten stickers in deze coupés, een waarin een figuurtje staat afgebeeld omringd met een laptop, boek en hoofdtelefoon. Toegegeven, dat kan duidelijker. Bij de andere daarentegen, staat STILTE aangegeven in koeienletters (ook in het Engels!).

Scène 3: In de klas vraag ik aan mijn studenten een eenvoudige opdracht uit te voeren. Maar wel alleen, en zonder overleg. Vijf minuten. De eerste minuut is nog niet voorbij of ik hoor wat geroezemoes, dat langzaamaan in volume stijgt. Als het soort leraar dat ik doorgaans liever niet wil zijn, spreek ik de betreffende studenten aan dat ze écht even stil moeten zijn. “O, sorry, sorry”. Weer even stil. Dan, opeens, schiet het achter mij als onkruid uit de grond. Trek ik het daar er uit, dan komt het elders wel weer omhoog.

042239fb965247f5_large

Dit is voor mij slechts een greep, en wellicht vind je het desondanks gezeur, die noodzaak tot stilte (ga dan eens praten met iemand die chronische tinnitus heeft). Maar vraag jezelf eens af, waar en wanneer is het om je heen nog daadwerkelijk stil? Waar hoor je niet het constante gezoem van allerlei apparaten, vloeistoffen die door buizen klotsen etc. Voor mij blijkt dat, helaas, steeds zeldzamer te worden.

Het organiseren van stilte is iets wat we in onze cultuur doen bij herdenkingen of wanneer er mensen overlijden. Dat is jammer, want het legt daarmee een bepaalde associatie met stil zijn, alsof het alleen iets zou zijn wat bij droevige situaties hoort. Net zoals er verschillende wijze zijn van geluid maken, zijn er net zoveel vormen van stil zijn—bijvoorbeeld wanneer je je wil concentreren. In het Nederlands hebben we daar zelfs een werkwoord voor dat in het Engels lastig vertaalbaar blijkt: zwijgen. Graag, beste lezer, zou ik weer wat meer stilte willen, ook in de publieke ruimte. Alvast bedankt.

Lecturer and researcher at the Hague University of Applied Science

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

%d bloggers liken dit: