Inleiding
Dit blog is een vervolg op het vorige blog. Een soort deel twee. In het vorige blog ging het over natuurlijk kapitaalrekeningen, de boekhouding van de natuur. Met als basis de aflevering van Tegenlicht met als titel ‘Hoe duur is natuur‘. Misschien hebt u inmiddels voor uzelf de vraag beantwoord hoe u zich verhoudt tot de natuur. Zo niet, dan heeft u nu nog een kans. Bijvoorbeeld door na te denken over de verdeling van de natuurlijke opbrengsten. In de betreffende aflevering komt naar voren dat voor ons mondiaal natuurbehoud jaarlijks 300 miljard dollar nodig is, maar dat wereldwijd per jaar slechts 51 miljard dollar wordt opgehaald. Dat riep bij mij de interesse op om in dit blog specifieker in te gaan op de verdeling van de opbrengsten van de natuur.

Oneerlijke verdeling
De natuur heeft nogal een financieringsprobleem getuige het verschil tussen 300 miljard dollar en 51 miljard dollar. Maar is dat wel zo? Een goede onderbouwing van deze cijfers ben ik nog niet tegengekomen.
Laten we eens kijken naar Nederland, waar we al jaren vooroplopen met allerlei natuurherstelplannen. In de aflevering komt bioloog Frans Vera, die de geestelijk vader van de Oostvaardersplassen wordt genoemd, aan het woord. Hij vindt dat we elke keer het geld de verkeerde kant op sluizen. Hij geeft een paar voorbeelden. Zo noemt hij de toeristenbelasting. Hij geeft aan dat als hij bij de Oostvaardersplassen een camping maakt, Almere of Lelystad de toeristenbelasting vangt. Er gaat niets ervan naar het beheer van de Oostvaardersplassen. “Terwijl de camping bestaat bij de gratie van de Oostvaardersplassen.” Er staan ook hoge (woon)torens in de buurt van de Oostvaardersplassen. De mensen hebben een prachtig uitzicht. Daarvan gaat ook niets naar de Oostvaardersplassen. Het uitzicht heeft wel een meerwaarde, waardoor de mensen best wel wat moeten betalen om daar te kunnen wonen. Dat geld komt terecht bij de makelaar, zo meldt Frans. Hij kaart hier wel een oneerlijke verdeling van de opbrengsten aan.

Meerdere belangen
Nederland gaat ook voorop in het ontwikkelen van nieuwe natuur, bijvoorbeeld de Marker wadden. Hieraan wordt vanaf 2012 gewerkt. Het moet een paradijs worden voor vogels en dagjesmensen. De Marker wadden zijn mogelijk gemaakt omdat zij meerdere belangen dienen. Behalve de overheid, hebben bijvoorbeeld de ING, de Postcodeloterij, baggergigant Boskalis en Vereniging Sportvisserij Nederland een duit in het zakje gedaan. Het project dient meerdere doelen. Er wordt bijvoorbeeld gewerkt aan de waterkwaliteit, er wordt een plek gemaakt die voor mensen heel erg leuk is en het biedt ruimte voor innovaties.
Het kost behoorlijk wat om het Markermeer weer gezond te krijgen. De eerste fase (de ruwbouw van de vijf eilanden) is begroot op 75 miljoen euro. De vraag is hoe straks de opbrengsten over de meerdere belangen worden verdeeld. Daar zullen waarschijnlijk nog wel wat besluiten voor moeten worden genomen en misschien besluitvormingsmechanismen voor worden aangepast.

Weeffouten in de besluitvorming
Op de website van CE Delft, een onafhankelijk onderzoeks- en adviesbureau gespecialiseerd in het ontwikkelen van innovatieve oplossingen van milieu- en duurzaamheidsvraagstukken, las ik over weeffouten in de besluitvorming. Ook in Nederland. Het gaat om de toelichting van een boek met als titel ‘Natuur is Economie’, geschreven voor Jan Paul van Soest (was directeur van CE Delft) en Martijn Blom (senior onderzoeker/adviseur CE Delft). Het is een boek dat gaat over de relatie tussen natuur en economie. Hoewel het een boek is uit 2003, lijkt het nog behoorlijk actueel en van toepassing op het onderwerp in dit blog.
Zij geven bijvoorbeeld aan dat er niet genoeg financiële prikkels zijn voor natuurbehoud en -ontwikkeling, maar dat de productie van vervangbare goederen en diensten wél geld oplevert. Dat per saldo natuurbehoud of -ontwikkeling wel aantrekkelijk kan zijn als de lusten en lasten over verschillende betrokken partijen gelijk verdeeld worden. En dat er, meestal onbedoeld, subsidies worden gegeven voor het aantasten van de natuur. Die subsidies worden ook wel ‘perverse subsidies’ genoemd. Subsidies voor activiteiten in bijvoorbeeld de landbouw, visserij en mijnbouw die dramatische effecten op de natuur kunnen veroorzaken. Of vestigingspremies aan bedrijven en subsidies aan activiteiten die veel ruimte innemen, die contraproductief zijn voor de natuur.
Het zou volgens hen goed zijn om te zoeken naar andere financieringswijzen en besluitvormingsmechanismen om natuurinvesteringen meer in balans te brengen met de maatschappelijke wensen voor de natuur. Bijvoorbeeld door het belonen van organisaties die investeren in behoud en aanleg van natuurgebieden via slimme financieringsconstructies en het bepalen van ondergrenzen voor natuur en biodiversiteit per land, provincie enzovoorts.
Wellicht kan daar dan toch een boekhouding van de natuur aan bijdragen. Maar zoals in het vorige blog aangegeven, gaat het erom wat je met die inzichten doet. Dus ook het beleid en de besluitvorming zullen aangepast moeten worden.

Slimme (natuur)financiering
In de aflevering van Tegenlicht wordt over slimme financieringsconstructies gesproken, maar buiten onze landsgrenzen.
The Nature Conservancy (de grootste natuurorganisatie in het Westelijk halfrond) in Amerika probeert te zoeken naar win-win situaties voor mens en natuur, door de natuur de taal van economie te laten spreken.
“We hebben het over natuur als luxegoed of morele prioriteit. Maar natuur biedt ook investeringskansen met een hoog rendement.”, zegt Mark Tercek, CEO van deze organisatie en voormalig Partner en Managing Director bij Goldman Sachs. Ze willen bewijzen dat natuurbescherming en kapitalisme meer kunnen dan bij elkaar aan tafel zitten.
“De beste manier om een CEO te overtuigen om ons te steunen is hem te laten inzien dat samenwerking bij dit soort projecten zakelijk slim is.” Ze noemen het geen maatschappelijke verantwoordelijkheid, maar een vernieuwende manier om een bedrijf duurzaam te laten opereren.
Daarom is er een businessmodel ontworpen dat investeringsmogelijkheden biedt die natuur herstellen en investeerders rendement bieden. Een soort vernieuwende manier om een bedrijf duurzaam te laten werken, gesponsord door JP Morgan Chase. Als voorbeeld wordt Dow Chemicals gegeven. Dat bedrijf heeft een drasland gecreëerd om hun afvalwater te zuiveren. Het is net een park waar vogels eieren leggen en waar ook andere dieren vertoeven. “Een voorbeeld van natuur die voor mensenwerk wordt ingezet met milieuvoordelen als bonus”, zegt Mark. Als je het beeld bekijkt dan zie je inderdaad een aardig stukje natuur, maar wel heel dichtbij de industrie. Dus of het nu daadwerkelijk zo’n goed leefgebied is voor dieren.
In de werkwijze van The Nature Conservancy lijkt de natuur zich te moeten aanpassen aan de economie in plaats van andersom. Je kunt je afvragen of de natuur hier krijgt waar het recht op heeft. Ook lijkt het behalen van hoge rendementen voor bedrijven hier centraal te staan. Dus of hier nu sprake is van goed rentmeesterschap. ‘Greenwashing’ ligt hier op de loer.

Wel de lasten niet de lusten
“De natuur kan niet voor zichzelf opkomen en de vrije markt lijkt niet de geschikte vertegenwoordiger. Zelfs nu is berekend dat de natuur miljarden bijdraagt aan de economie ziet ze er zelf maar weinig van terug.”, zo geeft de verteller in de aflevering van Tegenlicht aan. Helaas ondervindt de natuur wel een gigantische last in de vorm van uitputting en vervuiling.
Zoals het er nu voor de natuur uitziet, draagt het wel de lasten maar krijgt het niet de lusten.
Socioloog en milieuhistoricus, Jason More, geeft als essentiële basisvoorwaarde voor duurzaamheid aan dat je de markt niet toelaat bij het beheer van de natuur. En dat er gezorgd zou moeten worden voor democratische voorwaarden, relaties en regels. Hij geeft Naomi Klein gelijk als ze zegt dat de klimaatcrisis een crisis van de democratie is.
Natuurfilosoof Matthijs Schouten geeft aan dat het de taak is van een democratische overheid om zo goed mogelijk rekening te houden met de belangen van de samenleving, ook de minderheidsbelangen. Dat betekent ook, zoals Jan Paul van Soest en Martijn Blom het aangaven, een verandering in besluitvorming(smechanismen). Het klimaat als gemeenschappelijk belang zou hoog op de agenda moeten staan. Matthijs Schouten zegt het wel heel treffend: “Natuur is niet iets wat je erbij doet, een hobby, iets voor de zondagmiddag, maar het is de basis van ons leven en de basis van ons economisch welzijn. Het is de taak van de overheid om ervoor te zorgen dat die waardenkaders zichtbaar worden.”

Het lijkt er wel sterk op dat we nog niet zo goed zijn om de opbrengsten uit de natuur eerlijk te verdelen en dat de natuur erbij inschiet. Ondanks de slimme financiering. Er is waarschijnlijk wel meer voor nodig, zoals het aanpassen van besluitvorming(smechanismen).

Misschien helpt het om de uitdaging aan te gaan die op de website van de aflevering ‘Hoe duur is natuur’ staat:

“Hoe we onszelf van aloude heersers over de natuur omscholen naar dienstbare beheerders die opkomen voor mens én natuur.”

Het schrijven van deze blogs helpt mij in elk geval om stil te staan bij hoe we als mensen in zijn algemeenheid met de natuur omgaan en hoe ik met de natuur omga. En om voor mijzelf te spreken, dat is absoluut voor verbetering vatbaar. Ik hoop dat deze blogs u ook helpen.

Door de term ‘greenwashing’ ben ik trouwens nieuwsgierig geworden of organisaties inderdaad zo groen zijn als ze beweren in bijvoorbeeld hun jaarverslagen. Daarover de volgende keer meer.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

%d bloggers liken dit: