Gedreven door nieuwsgierigheid naar de vraag of er in organisaties ruimte is om te aarzelen, onderzoek ik wat aarzelen in de organsiatiecontext betekent.
Aarzelen ‘ontregelt’, ‘zet’ de tijd stil, ‘opent’ een tussenruimte, ‘legt’ pijnpunten bloot, ‘drijft’ op de spits, ‘potentialiseert’ mogelijkheden, ‘nodigt’ uit tot reflectie. Het is slechts een greep uit de voor mij verrassende inzichten dat een theoretisch onderzoek naar aarzelen opleverde. Het onderzoek verrichtte ik vanaf 2012 onder de bezielende leiding van Marli Huijer, onze nieuwe ‘denker des vaderlands’.
Aarzelen is verbonden met een vruchtbare bron van nog niet bekende mogelijkheden die in contexten waarin actie en snel handelen de maat zijn, worden gemist. Uitsluiten van aarzelen leidt tot stagnatie van menselijke vermogens en het ontkent ‘la condition humaine’. Aarzelen schept ruimte voor onderzoek, reflectie, creatiekracht en kansen. Ondanks die rijke en potentieel vruchtbare kanten van aarzelen, heerst er behoudens het domein van de verbeeldende kunsten, vooral een taboe op openlijk aarzelen.
Voor het onderzoek bestudeerde ik onder andere teksten en onderzoek over aarzelen van de eminente Franse filosoof Paul Ricoeur en de Duitse literatuur professor en filosoof Joseph Vogl.
Voor het tijdschrift Management & Organisatie verwerkte ik de opbrengsten van dit onderzoek in een essay met de titel Heldhaftig Aarzelen. Hierin laat ik zien dat aarzelen in de taboesfeer komt in een cultuur waar snelheid, handelen en doorpakken de norm is. Wilt u meer lezen over de verrassende opbrengsten van dit onderzoek en over de potentie van aarzelen, dan kunt u het M&O essay Heldhaftig Aarzelen hier gratis downloaden.