Een laatste broekzakcontrole op kleingeld, pasjes, tandenstokers en andere items die de levensduur van de wasmachine zouden kunnen verkorten. Bonnetjes ook, bijvoorbeeld van etentjes met familie of vrienden. Bonnetjes met verleidelijke btw-specificaties. Ik kijk ernaar en voel direct dat ik wéér tot de conclusie ga komen dat dit niet is wie ik ben, niet wie ik wil zijn. Ook dit bonnetje zal niet de boeken ingaan, maar de papierbak. Content kijk ik in de badkamerspiegel.
Alles wat ik zie is fiscale rechtschapenheid.
Als ik iets te lang kijk gaat het natuurlijk alsnog mis. Dan zie ik een feilbaar mens-ondernemer. Want die projector op de zaak die z’n eerste workshop nog moet gaan verlichten. Toch die ene keer dat diner met die oude studievriend waarin terloops werd verkend wat we zakelijk voor elkaar zouden kunnen betekenen. Acquisitie light of een wel heel welwillende lezing van gewoon een gezellige avond? Een morele worsteling wil het maar niet echt worden. Dit is hoe dan ook klein bier, houd ik mezelf voor, onvergelijkbaar met hoe de grote jongens het betalen van belasting als een affront lijken te zien.
In Woke Capitalism: How Corporate Morality is Sabotaging Democracy legt hoogleraar Carl Rhodes nog maar eens uit waarom we er goed aan doen big corporates met wantrouwen tegemoet te treden. En al helemaal als hun CEO’s zich laten voorstaan op al dat goeds dat ze doen. Een welkom, informatief boek voor iedereen die zich afvraagt wat er in vredesnaam mis kan zijn met obsceen rijke witte mannen die zich boos maken over armoede en grensoverschrijdend gedrag naar vrouwen of die hun financiële steun betuigen Black Lives Marketing Matter.
Dat die corporate weldoeners überhaupt in staat zijn zoveel geld te doneren aan hun zelfverkozen goede doelen kan, zo laat Rhodes zien, niet worden losgezien van het feit dat veel van dit geld eerst met man en macht aan het zicht van de belastingdienst is onttrokken. Je bent in deze kringen pas echt groot als je de fiscus met een fooi weet af te schepen. Hou hem te goede: niet alle pogingen om die zeurende belastingdruk te verlichten zijn illegaal maar de keuze van het bedrijfsleven om zelf wel te bepalen waar hun miljarden (!) heen moeten gaan leidt tot niets minder dan de uitholling van de democratie.
Vraag me steeds vaker af hoe zoiets als een belastingmoraal zich ontwikkelt. Is dat een hellend vlak, dat begint bij dat bonnetje dat je uiteindelijk toch uit de papierbak vist?
Makkelijk maken ze je het niet, daar bij de belastingdienst.
Ook Nederland kent het onderscheid tussen belastingontwijking (niet chique maar ook niet illegaal) en belastingontduiking (laak- en strafbaar). Het zijn twee uitersten, bij elkaar gehouden door een enorm grijs tussengebied waarin je als kandidaat-belastingbetaler je weg maar in moet zien te vinden. Dat heeft deel te maken met de kennis en uitleg van fiscale regels maar toch ook met toch met zoiets old school als rechtvaardigheid, lijkt me: was is nu een passende afdracht aan de fiscus?
Fiscaal recht kun je studeren maar wel of niet declareren – kun je dat ook leren?
Zij die zelf hun aangifte doen weten dat je helemaal op aan eind de vraag krijgt voorgelegd hoe je de boel wilt verdelen met je fiscaal partner. Alertheid geboden, want door te schuiven met de posten kan het totaal te ontvangen/betalen bedrag flink variëren. Nu zijn daar vast inhoudelijke redenen voor maar ik kies ervoor om deze ongemakkelijke keuzevrijheid te zien het als een oefening in belastingethiek. Gaan we vanzelfsprekend voor de laagste belastingafdracht of zullen we – als de big corporates er te beroerd voor zijn – ‘m dit jaar fiscaal breed laten hangen? Gewoon, in het algemeen belang?
Ideetje: als ik een kaartje voor het filmhuis of theater bestel wordt me standaard de vraag voorgelegd of ik niet wat extra geld wil overmaken.
Waarom zit er eigenlijk geen +10% fooiknop bij je belastingaangifte?