Inleiding
De impact van de coronacrisis op de economie, het streven naar een sterkere mate van maatschappelijke vorming van studenten, onvrede over de ongelijke verdeling van rijkdom, de rol van geld in de huidige tijd. Het zijn ontwikkelingen die leiden tot steeds meer vragen naar de maatschappelijke rol en betekenis van het vak economie.
Economie wordt meestal geplaatst in de categorie van maatschappij-wetenschappen. Dat impliceert dat economie over mensen gaat. De econoom Barbara Baarsma bevestigt dit in een college voor beginners in het vak economie, uitgezonden door de Universiteit van Nederland. Tegelijk geeft ze een interessante indeling van waar economie over gaat. Ze noemt twee hoofd-onderwerpen: welvaart en schaarste.
Ze haast zich om aan te geven dat ze met deze twee begrippen iets anders bedoelt dan in het dagelijks taalgebruik. Welvaart is niet alleen financieel, maar betreft ook welzijn en geluk. En schaarste gaat over de alternatieve inzet van middelen. Als je een middel eenmaal inzet voor een bepaald doel, kan je het niet meer inzetten voor een ander doel. Welvaart en schaarste zijn dus met elkaar verbonden. Ze definieert de economische wetenschap dan als “de wetenschap die bestudeert hoe schaarse middelen worden verdeeld zodat de behoeften van mensen optimaal bevredigd worden en de welvaart gemaximaliseerd wordt”. Vervolgens legt zij het prijsmechanisme uit in relatie tot de markt. Het verdient alle respect om een complex vak als economie zo kernachtig te formuleren.
Toch laat ze een kant van haar definitie liggen. Je kunt je bijvoorbeeld afvragen of die welvaart alle mensen betreft. En of die welvaart iedereen in dezelfde mate treft.
Een alternatieve inzet van middelen impliceert een keuze. Keuzen betreffen altijd onderliggende waarden. Wat zijn die?  Waarschijnlijk zal Baarsma zeggen dat die vragen bij de politiek liggen (daarover straks meer). Toch zijn er veel economen die vinden dat economie zelf een antwoord dient te hebben op deze vragen.
Lees bijvoorbeeld Varoufakis, Raworth en Sedláček.
Over het boek van Sedláček wordt gezegd dat het doordringt tot de ziel van economie. Toen we hier over doordachten rees meer specifiek de vraag: heeft economie een ziel? En waarom in dit verband het begrip ziel?  De afleveringen van Kijken in de Ziel van Coen Verbraak kwamen bij ons op. Die afleveringen zetten ons op het spoor van een ontdekkingstocht naar de ziel van economie.
We weten van te voren niet waar we uitkomen. Het leidt misschien eerst tot meer vragen. Dit eerste blog gaat over het begrip ziel in de maatschappelijke context. De functie van dit blog is niet zozeer een antwoord te geven op vragen, maar meer om vragen te stellen die aan het denken zetten.

Het begrip ‘ziel’
Het begrip ‘ziel’ speelt een rol in verschillende disciplines. Daarbij valt tegelijk op hoe taalgevoelig het onderzoeken van dit begrip is. Want als je bijvoorbeeld dezelfde vraag stelt bij het Angelsaksische begrip ‘soul’, krijg je heel andere connotaties. Bijvoorbeeld wat bedoelde Biden met zijn campagneleus; “Restoring the soul of the nation”. En denk aan begrippen als ‘soulmuziek’ en ‘soulfood’. Waarmee maar gezegd wil zijn dat een deel van het vraagstuk waar we mee bezig zijn, gevormd wordt door de taal die we gebruiken. Uit het volgende lijstje van het gebruik van het begrip ‘ziel’ kan afgeleid worden dat het een levend begrip is met verschillende betekenissen.     

Dagelijks taalgebruik: Zielig, bezield, zielloos, bezielend, zielenherder, zielknijper.

Filosofisch/religieus: Dat deel van het menselijk wezen dat het natuurlijke overstijgt. Het gaat dan vaak over de essentie van dit mens zijn.

New age: De intelligentie van de ziel, boek van Gary Zukav, Joke Hermsen: Windstilte van de ziel.

Wetenschappelijk:  Ziel versus psyche. Tot WO II was er aan de voorloper van de Erasmus Universiteit, de Nederlandse Economische Hogeschool te Rotterdam, een buitengewoon lector in de zuivere en toegepaste zielkunde. Na WO II werd het begrip ziel vervangen door psyche, wat je ook terugvindt in psychiatrie en psychologie. Interessant is dat in een recente uitnodiging voor een GGZ-congres over het thema ‘contact’ vragen aan de orde komen die volgens de organisatoren “niet alleen raken aan de ziel van de behandelrelatie maar ook aan de ziel van de GGZ”. Een revival van het begrip ‘ziel’ in die kringen?

Narratief: Kijken in de ziel. Een interviewprogramma van Coen Verbraak met een lange looptijd (2009 tot 2018). Tijdens dat programma kregen leden van beroepsgroepen, die zich doorgaans niet gemakkelijk laten vangen, diepgaande vragen voorgelegd over hun beroepsuitoefening. Verbraak deed dat op een doordringende manier, waardoor zijn gesprekspartners vaak het gevoel kregen voor een dilemma gesteld te worden. Er zijn afleveringen geweest over rechters, dokters, psychiaters, bestuurders en toptrainers. Maar geen economen.Opvallend is dat in de interviews van Verbraak de ziel van bijvoorbeeld het vak ‘recht’ en de ziel van het vak ‘psychiatrie’ niet zozeer ter sprake gebracht worden, maar vooral de opvattingen van de beroepsbeoefenaren daarover. Daarmee probeert Verbraak een kijkje te geven in de ziel van de persoon.

De ziel van economie
Het programma roept bij ons vragen op: waarom koos Verbraak voor het begrip ziel? En niet het psyche of het denken? We vermoeden omdat het begrip ziel, verwijst naar iets essentieels, naar verdieping. En waarom is er niet in de ziel van economen gekeken? Omdat dit niet zo voor de hand ligt? Wat is in dit licht de ziel van economie?
Een aflevering van het niet meer bestaande programma ‘De wereld draait door’ werpt licht op deze vragen. Barbara Baarsma en Jesse Klaver zijn uitgenodigd om het werk van Piketty te bespreken. Dit levert een levendige discussie op. Vanuit verschillende posities. We geven deze posities als illustratie kort weer.
Baarsma stelt dat zij econoom is en daarnaast mens. Dat dien je te onderscheiden. Zij kijkt als econoom naar de feiten. Iemand die de politiek adviseert, maar zelf geen politicus is. Als mens heeft ze zeker wel opvattingen over wat goed is en wat niet. Maar dat acht ze niet relevant voor haar rol als econoom.
Ze stelt voor om naast koopkracht- en inkomensplaatjes ook aandacht te besteden aan kansenplaatjes. Ze munt het begrip kanskracht. Baarsma doet dit voorstel als econoom, terwijl toch ook persoonlijke opvattingen doorsijpelen.
Volgens Klaver leidt dit uitgangspunt tot een instrumentele opvatting van economie, waardoor de impliciete waarden en bijbehorende normen onder tafel blijven spelen. Economische wetten worden in wiskunde gevat, onder het mom van objectiviteit. Daarmee creëer je een beeld van vaststaande waarheid, waarmee ideologische uitgangspunten ondergesneeuwd raken.

Een recent artikel in de Groene Amsterdammer werpt eveneens licht op deze vragen. Dit artikel gaat over het toekennen van de Nobelprijs van de economie aan ontwerpers van slimme veilingtechnieken. Dit zegt iets over het soort economen dat door de Nobelprijscommissie wordt beloond, namelijk economen als praktische ingenieurs. Dat neigt naar een economie zonder waarden.  

Verdere vragen
Een voorzichtige eerste conclusie is dat de ziel van economie geen ‘gefundenes Fressen’ is. Verschillende vragen dienen zich aan. Als we de vragen die bovenstaande ervaringen oproepen op een rijtje zetten dan krijgen we het volgende:

  • In hoeverre betreft de ziel van economie de ziel van de persoon die economie als professie heeft.
  • In hoeverre betreft de ziel van economie de theorie en praxis van het vak economie.
  • Hoe zinnig is het om dit onderscheid aan te brengen?
  • Als het zinnig is, is dan sprake van onderlinge beïnvloeding en zo ja in welke mate?

In een volgend blog gaan we dieper in op deze vragen. We realiseren ons dat het grote vragen zijn. Daarom gaan we er een aantal blogs aan wijden. We gaan bijvoorbeeld kijken of de economie haar ziel wel gehad heeft, maar die in de loop van de geschiedenis is kwijtgeraakt. Net zoals de psychologie haar psyche verloren heeft in de gedragswetenschap. Of dat van meet af aan economie een zielloos begrip is geweest. Mocht dat zo zijn dan wordt het wel hoog tijd daar iets aan te doen.  

Wij gaan op zoek. Zoekt u met ons mee?

Leestips:
De Donuteconomie geschreven door Kate Raworth
De economie van goed en kwaad geschreven door Tomáš Sedláček
De economie zoals uitgelegd aan zijn dochter geschreven door Yanis Varoufakis
Economische groei als fantoomgroei geschreven door Sander Heijne en Hendrik Noten

Blog geschreven door Bert van der Zaag en Theo de Joode

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

%d bloggers liken dit: