Van het Duitse voetbalelftal is lang gezegd dat ze pas verslagen is als de spelers in de bus zitten. Ik moest hier aan denken toen ik las dat een student van de Erasmus Universiteit, in de veronderstelling dat ze al haar cijfers voor haar diploma binnen had, te horen kreeg dat het hele feest niet doorging. De reden: tijdens één van haar laatste, via online-proctoring afgenomen, tentamens, was een deel van de opnames niet beschikbaar. Er kon niet worden vastgesteld dat ze niet had gefraudeerd. Dat het systeem haperde en dat de student hiervan direct na het tentamen melding van had gemaakt deed niet ter zake. (Volkskrant, 18 oktober 2020).
Door de corona-epidemie zijn veel hogescholen en universiteiten er toe overgegaan om een deel van de toetsen online af te nemen. Omdat deze stap de kans op fraude vergroot werd vrij snel daarna besloten ook digitale surveillance-software in te zetten. In grote lijnen komt het op neer dat deze software studenten tijdens het maken van een toets op allerlei manieren kan volgen. Zelfs diens oogbewegingen kunnen worden gezien en een soort VAR (ook bekend uit het voetbal) stelt dan uiteindelijk vast of de student zijn of haar cijfer op een eerlijke manier heeft verdiend. studentenorganisaties kwamen in het geweer omdat ze van mening waren dat het systeem de privacy van studenten zou schenden. De zaak die zij via de voorzieningenrechter aanspanden tegen de Universiteit van Amsterdam werd echter verloren.
Het inzetten van een systeem dat de student zelfs op zijn morsige kamertje achtervolgt om te controleren of hij niet fraudeert geeft wel aan wat het overheersende beeld van de student is. Die is, als echte homo economicus, vooral bezig met zo’n weinig mogelijk inspanning een zo groot mogelijk ‘rendement’ uit zijn of haar studie te halen. En als de kans zich voordoet, zal niet geaarzeld worden vals te spelen.
Nou, dát zullen we nog wel eens zien! is dan de reflex van veel onderwijsinstellingen. En dus worden er allemaal hekken, bepalingen, voorwaarden, controles en nu ook digitale middelen ingezet om fraude te voorkomen. Wat studenten vervolgens er weer toe verleidt al hun vindingrijkheid in te zetten om deze controlemiddelen te ontduiken. Het onderwijs als escaperoom.
Op zich is het al een teken aan de wand dat dit kat-en-muisspel tussen studenten en opleidingen rond toetsing de kern van het hoger onderwijs lijkt te zijn. Want hoewel we graag beweren dat het om leren gaat, lijken studenten beter te weten wat werkelijk telt, namelijk toetsen halen. En afgezien van de vraag wat de werkelijke waarde van al dat toetsen is, lijkt alle energie die nu gestoken wordt in het voorkomen van fraude bij tentamens mij ook een beetje ongepast. Kunnen we dan werkelijk niets beters verzinnen om studenten bij te staan in deze crisis? Toen de studenten op het Malieveld demonstreerden voor meer contacttijd vroegen ze niet om meer toetsen. Wat ze wilden was aandacht voor het feit dat leren en studeren sociale activiteiten zijn. Hoewel er hier en daar gekscherend over wordt gedaan lijden studenten wel degelijk onder het gebrek aan contact met hun studiegenoten en hun docenten.
Nu weet ik wel dat veel opleidingen proberen op allerlei manieren contact te houden met studenten en er zoveel mogelijk fysiek onderwijs wordt gegeven. Maar moeten daar dan toetsen weer het middelpunt van zijn? En als we dat doen, is het dan echt nodig dat we door proctoring de randjes van de privacywetgeving gaan opzoeken?
We zitten momenteel in een crisis die alles overhoop gooit. In plaats van dat gegeven nu even tot ons door te laten dringen en daarop te anticiperen kiezen we er voor ijzerenheinig door te denderen en tegen de klippen op het onderwijs in zijn ‘normale’ vorm overeind te houden. Niemand weet hoe lang deze crisis nog gaat duren. Niemand weet wanneer het ‘business as usual’ zal zijn. En echt, de wereld zal niet vergaan als we het afnemen van toetsen op een iets creatievere manier zouden aanpakken of met meer mededogen met de situatie waarin veel studenten zitten. De stress is vaak al hoog genoeg. Als we zeggen dat de ontwikkeling van studenten het middelpunt van onze aandacht moet zijn, laten we dan luisteren naar wat ze nu écht nodig hebben. En de student dan benaderen als een potentiële fraudeur door allerlei spionagesoftware in te zetten lijkt mij dan niet het juiste antwoord.