De Europese kampioenschappen voetbal van 1996 waren niet alleen op voetbalgebied een teleurstelling. Veel belangrijker, ook op het gebied van diversiteit was dit een deceptie. De media spraken van de kabel als het grote probleem. De kabel verwees naar een vijftal voetballers van Surinaamse afkomst: Patrick Kluivert, Edgar Davids, Clarence Seedorf, Michael Reiziger en Winston Bogarde. De onderstaande foto brengt dit treffend in beeld. U ziet het goed: een ‘zwarte’ kabel. Nederland liet zich weer eens van haar slechtste kant zien.
In een aflevering van Andere Tijden Sport zijn Winston Bogarde, Ronald de Boer en Guus Hiddink voornamelijk aan het woord. In deze aflevering komt naar voren dat de donkere jongens zich isoleren en zich niet houden aan de normen en waarden die in dit team worden gehanteerd. Het gevolg is een enorm verdeeld team. Niet zo zeer een dichotomie, maar eerder een anisotomie. Een dichotomie gaat uit van twee groepen die even groot zijn, terwijl men van een anisotomie spreekt indien twee groepen niet een gelijke grootte hebben. De donkere minderheid versus een blanke meerderheid. Deze blanke meerderheid bepaalt in de ogen van de donkere jongens ook nog eens de tactiek van het team. Hiddink zegt hierover: ‘je praat in feite met iedereen maar je hebt je ideeën over hoe we gaan spelen, hoe de tegenstander speelt, dan wil je dan toch graag de mensen in je team hebben die dat weten’. Hiermee doelt Hiddink op Danny Blind en Ronald de Boer, omdat deze spelers volgens hem beter in staat zijn de wedstrijd te lezen, in de as van het team spelen en dus een beter tactisch overzicht hebben van de wedstrijd. De keuze van de bondscoach lijkt dus vooral een keuze op basis van bekwaamheid van de spelers. Weinig mis mee, zouden we kunnen stellen.
Toch heeft deze keuze van de bondscoach een invloed op het team. De donkere spelers hebben het idee dat de bondscoach kiest op basis van kleur en voelen zich ondergewaardeerd. Hiddink distantieert zich hier verbaal van: ‘Ik let niet op kleur. Ik kwam er later zelfs achter dat ik soms wel vijf donkere jongens opstelde. Daarnaast wordt er niet alleen boerenkool geserveerd, maar ook roti omdat de donkere jongens dit zo lekker vinden.’ Hierdoor zouden de donkere spelers zich niet achtergesteld moeten voelen. De donkere jongens voelen zich desalniettemin achtergesteld en het verdeelde team presteert matig. De normen en waarden die in grote lijnen bepaald zijn door een blanke meerderheid blijken een verlammend effect op het team te hebben.
Iets vergelijkbaars zien we in het integratiedebat zoals deze de afgelopen jaren is gevoerd. ‘Men denkt wij hebben zeer redelijke normen en waarden en de ander zal zich maar moeten aanpassen.’ Terwijl integratie staat voor het in elkaar opgaan van twee of meer groepen. Integratie mislukt! De focus in het integratiedebat lag te lang op groepen in plaats van wat er tussen individuen gebeurt.
Inter-esse
Filosoof Henk Oosterling stelt dat er in de huidige maatschappij zowel een tekort aan interesse, als dat het begrip interesse niet goed wordt begrepen. Interesse komt uit het Latijn en staat voor inter (tussen) esse (zijn). Noem het een tussenzijn of een tussenwezen. Hebben mensen daadwerkelijk belangstelling voor wat er tussen hen plaatsvindt? Of hebben zij vooral belangstelling voor zichzelf en de eigen groep? Oosterling stelt dat in plaats van teveel uit te gaan van identiteit wij ons vooral moeten focussen op interesse. Wij moeten tussen de mensen zijn, wat uiteraard ook betekent tussen ´andere´ mensen zijn. Fysieke nabijheid is een eerste voorwaarde, met als mogelijk gevolg dat we belangstelling kunnen krijgen voor de ander.
Tijdens het WK in Zuid-Korea (2002) pakt diezelfde Hiddink het veel beter aan. Als bondscoach van het thuisland besluit hij om de groepsvorming te doorbreken. In een team waar hiërarchie een enorm belangrijke rol speelt (de oudere spelers zitten niet met de jongere aan één tafel), besluit hij om hen te mengen. Dat betekent dat de oudere spelers niet meer vanzelfsprekend eerder mogen opstaan om hun eten te pakken. Dat wat een kleine verandering lijkt kan in zo een cultuur veel betekenen. Het fysiek bijeen brengen van de spelers zorgt voor een interesse. Het gevolg een enorm gepassioneerd team dat voor elkaar door het vuur gaat en zich niet conformeert aan hiërarchische scheidslijnen. Het groepsdenken, of het nu gaat om raciale of generationele scheidslijnen, kan doorbroken worden met interesse.