Ik heb redelijk wat afgereisd met name in Afrika en Azie. De meest intensieve ervaring is in dat opzicht wel geweest het meetrekken met nomaden in Oost Turkije een paar maanden. Tot mijn eigen verbazing voegde ik mij wonderwel in, inclusief het samen met de andere vrouwen ,douchen’ in ijskoude bergbeken en het opgeven van mijn vegetarische eetgewoonten. De vanzelfsprekendheid waarin ik werd opgenomen in de kleine vrouwengemeenschap (er was een sterke seksescheiding), de tolerantie over diverse interculturele blunders van mijn kant, waar ik waarschijnlijk maar een klein deel van besefte, maar soms merkbaar aan reacties en vaak een bron van vermaak, maakte dat ook makkelijker. Mijn gebrek aan nomadische vaardigheden, werd vermoedelijk ruimschoots goedgemaakt door de status die mijn aanwezigheid gaf, samen met mijn verpleegkundige achtergrond en het bezit van een medische kit. Het meest moeite had ik met het feit dat ik nooit een minuut alleen was.Ik was door de uitgebreide kinderschare tot belangrijkste kermisattractie uitgeroepen zodat ik altijd gevolgd werd. Daarnaast werd het leven collectief geleefd. Grappig genoeg miste ik dat later in Nederland het meest.De tolerantie, de niet aflatende nieuwsgierigheid, de humor en de enorme gastvrijheid maakte dat ik mij later vaak heb geschaamd hoe in Nederland met migranten werd en en nu wordt omgegaan. Het verschil tussen inclusion en exclusion.
Ik werk zelf in een team met behoorlijke diverse achtergronden en opvattingen, maar we hebben ook gezamenlijkheden nl een drive voor het vak van (organisatie) coachen. We delen ook nieuwsgierigheid naar verschillende opvattingen, deels voortkomend uit een integratieve benadering van het vak. En ja ook in dit team zijn verschillende structuurelementen van groepsdynamica niet vreemd. Zoals de mate van affectieve relaties onderling, de communicatiepatronen, de status in het team. Ook hier ontstaat een vorm van groupsthinking. Groupthink is een psycho-sociaal fenomeen, waarbij een groep van op zich zeer bekwame personen zodanig wordt beïnvloed door groepsprocessen, dat de kwaliteit van groepsbesluiten vermindert. Het ontstaat als groepsleden primair letten op het behoud van overeenstemming en eensgezindheid bij een beslissingsproces in plaats van een kritische overweging van de feiten. Alles bij elkaar heeft dat veel overeenkomsten met de nomaden, waarbij het collectief het meest belangrijke is en voorlopig noodzakelijk om gezamenlijk te overleven.
In hoeverre belemmeren deze groepdynamische elementen, die redelijk universeel lijken, eigenlijk nieuwe vormen van organiseren? Is deep democracy dan wel voldoende? Of zou je deep democracy kunnen herdefiniëren als het steeds opnieuw faciliteren van diversiteit?
Voorlopig nog genoeg windmolens om uit te zoeken..