Als ik een spreekbeurt geef over mijn vakgebied maak ik nog altijd graag de grap dat je de eerste twintig pagina’s van veranderkundige literatuur probleemloos kunt overslaan. Want we weten het nu wel, dat ‘verandering de enige constante is’ in een wereld waarin technologische, sociale-culturele, economische en geopolitieke ontwikkelingen elkaar rapper dan ooit opvolgen. Een antieke gedachte ook, zie Heraclites met zijn ‘alles stroomt, je kunt niet twee keer in dezelfde rivier stappen’. Om maar te zeggen: berichten over de grote woeligheden van de wereld, lieve mensen, zijn van alle tijden.
Inleidende woorden, bedoeld om ruimte te maken voor het type veranderkunde waarin ik de professionele blikvernauwing aanmoedig. Vertil je vooral niet aan de veranderingen waar je toch niet over gaat. Klein en meeslepend veranderen – veranderen vanuit je eigen invloedsfeer en draagkracht – houdt veranderen behapbaar. Vaak verteld, staat als een huis, resoneert als een dolle.
Maar dan herfstvakantie, dus net iets te veel vallende bladeren voor gezellig-constructieve reflecties op je werk. De kwestie: als je verandering maar lang genoeg voor ‘de constante’ houdt, belemmer je dan niet het zicht op wat zich hier en nu voltrekt, op wat zich in de verandering aandient ? Het antwoord is natuurlijk ja.
Omdat ik maar zoveel actualiteit kan verdragen, grijp ik steeds vaker naar mijn e-reader in plaats van de telefoon. Hier tenminste geen bijgestelde dodentallen, nieuwe hitterecords of vermoeide rukken naar rechts.
Moet je niet Nationalisme van Eric Storm downloaden. Geweldig boek maar bedenkelijke keuze gegeven de gemoedstoestand – en dan ben ik nog niet eens bij de nazi’s. In zijn historische analyse van de opkomst van de natiestaat raast Storm over lang, lang vergeten koninkrijken, hertogdommen, personele unies en sultanaten die nog maar net van de kaart zijn verdwenen. Grote, vaak gewelddadige omwentelingen op een steenworp afstand, en nul aanwijzingen dat het verleden nu wel is geschied.
Natuurlijk weet ik beter maar praktisch gezien leef ik onder de aanname dat de geschiedenis al die tijd heeft toegewerkt naar het punt waarop we nu zijn beland. Hoe anders te leven dan te denken dit heden, en niet de verandering, de eigenlijke constante vormt?
Moest bij het lezen van Nationalisme denken aan Apocalypsofie, een ander knap verontrustend boek op de e-reader. Volgens Lisa Doeland zit niet alleen het verleden ons op de hielen, maar staan we oog in oog met de toekomst. En zelfs dat beeld van nabijheid schiet eigenlijk tekort. Doeland: “het punt is niet een catastrofe te voorkomen die ons te wachten staat, het is punt is om de status quo te veranderen, die zelf al catastrofaal is. We moeten niet handelen voordat het te laat is, maar omdat het te laat is.”
Wat als de veranderkunde niet zou worden bedreven op het punt waar een dichtgeritst verleden en een maakbare toekomst elkaar ontmoeten, maar zich gemangeld weet tussen historisch besef en toekomstrealisme?
Voer voor de kerstvakantie. De scholen zijn weer begonnen.
One Comment on “Verandering als constante?”